NEE 22
Beweeg de hendel niet te bruusk, om te voorkomen dat de machine steigert en onbe-
stuurbaar wordt.
R
EMMEN
➤
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Om te remmen dient u het rempedaal helemaal in te trappen nadat eerst door middel
van de gashendel snelheid teruggenomen is om het remsysteem niet onnodig te belas-
ten.
➤
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Trap het rempedaal in om te remmen. De snelheidsregelaar keert automatisch terug
naar de «N» stand.
A
CHTERUITRIJDEN
➤
Bij modellen met mechanische aandrijving:
Het inschakelen van de achteruit DIENT bij stilstand te gebeuren. Trap het pedaal in
totdat de machine stilstaat, schakel de achteruit in door de versnellingspook opzij te
duwen en in de «R» stand te zetten. Laat het pedaal geleidelijk opkomen om de koppe-
ling in te schakelen en begin met de achteruitrijmanoeuvre.
➤
Bij modellen met hydrostatische aandrijving:
Het inschakelen van de achteruit DIENT bij stilstand te gebeuren.
Stop de machine en schakel de achteruit in door de snelheidsregelaar richting «R» te
schuiven
5.3 HET GRAS MAAIEN
H
ET MES INSCHAKELEN EN VOORUITRIJDEN
Als u zich op het te maaien gazon bevindt:
– zet de gashendel in de «SNEL» stand;
– schakel het mes in door de hendel in stand «B» te zetten;
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN