–
De dikte van spaanders wordt bepaald door de
afstand tussen de dieptevoeler (ronde neus) en de
zaagsnijrand.
–
De beste zaagresultaten verkrijgt u met de volgende
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler.
Kettingblad 90PX: 0,5 mm
Kettingblad 91PX: 0,65 mm
Kettingblad 25AP: 0,65 mm
WAARSCHUWING:
• Een te grote afstand verhoogt het risico van terugslag.
–
De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk
zijn. Bij verschillen in slijphoek kan de ketting
haperend of ongelijkmatig gaan lopen, kan de
slijtage toenemen en kan de ketting breken.
–
De zijplaathoek van de messen wordt bepaald door
de indringdiepte van de ronde vijl. Als u de
voorgeschreven vijl naar behoren gebruikt, wordt
automatisch de juiste zijplaathoek bereikt.
–
De zijplaathoek voor elke zaagketting is als volgt:
Kettingblad 90PX: 75°
Kettingblad 91PX: 80°
Kettingblad 25AP: 85°
Vijl en vijlbeweging (Fig. 35, 36 en 37)
–
Gebruik
een
speciale
(optioneel accessoire) voor het aanscherpen van de
ketting. Een gewone ronde vijl is niet geschikt.
–
De doorsnede van de ronde vijl voor elke
zaagketting is als volgt:
Kettingblad 90PX: 4,5 mm
Kettingblad 91PX: 4,0 mm
Kettingblad 25AP: 4,0 mm
–
De vijl moet het mes alleen in voorwaartse richting
raken. Haal de vijl van het mes voor de terugwaartse
beweging.
–
Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes
wordt dan de maatstaf voor alle andere messen op
de zaagketting.
–
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
–
De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een
vijlhouder (optioneel accessoire) wordt gebruikt. Op
de vijlhouder staan merktekens voor de juiste
slijphoek van 30° (lijn de merktekens parallel uit met
de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe de vijl
doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter).
–
Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het
kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
–
Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel
accessoire).
–
Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
Reinigen van het zaagblad (Fig. 38)
Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het
zaagblad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en
de
oliestroom
wordt
schilfertjes en zaagsel uit de groef wanneer u de
zaagketting aanscherpt of vervangt.
De olie-uitstroomopening schoonmaken (Fig. 39)
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in de olie-uitstroomopening.
Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in de olie-
uitstroomopening
hebben
uitstromen van de olie belemmeren waardoor de hele
kettingzaag onvoldoende wordt gesmeerd.
66
ronde
zaagkettingvijl
belemmerd.
Verwijder
verzameld
kunnen
Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt
aan het uiteinde van het zaagblad, maakt u de olie-
uitstroomopening als volgt schoon.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Verwijder de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte getiteld
"Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting".)
Verwijder
fijn
schroevendraaier met een dunne schacht of iets
dergelijks.
Steek de accu in het gereedschap.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en
stofdeeltjes uit de olie-uitstroomopening te persen door
kettingolie te doen stromen.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Monteer de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
weer op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen (Fig. 40 en 41)
Controleer de conditie van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
LET OP:
• Een
versleten
zaagketting. Vervang in dat geval eerst het kettingwiel.
Het kettingwiel moet worden gemonteerd in de richting
aangegeven in de afbeelding.
Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een
nieuwe borgring.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 42 en 43)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang de koolborstels wanneer ze tot aan de
limietmarkering versleten zijn. Houd de koolborstels
schoon zodat ze goed in de houders glijden. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik uitsluitend identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
borstels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen
weer goed vast.
Het gereedschap bewaren
Reinig het gereedschap voordat u het opbergt. Haal de
afdekking van kettingwiel eraf en verwijder zaagsel en
houtsnippers vanaf het gereedschap. Laat na het
schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de
zaagketting en het zaagblad te smeren.
Dek het zaagblad af met de zaagbladschede.
Verwijder de olie uit de olietank zodat deze leeg is en leg
de kettingzaag weg.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking
altijd
vervangingsonderdelen.
het
stof
of
zaagsel
met
kettingwiel
beschadigt
van
originele
een
platte
de
nieuw
Makita