7.
Gebruik het elektrisch gereedschap met de
bijbehorende accessoires, bits, enz., overeen-
komstig deze instructies, met inachtneming van
de werkomstandigheden en het werk dat wordt
uitgevoerd. Het gebruik van het elektrisch gereed-
schap bij andere werkzaamheden dan waarvoor
het is bedoeld, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
8.
Houd de handgrepen en oppervlakken die
vastgepakt worden droog, schoon en vrij van
olie en vetten. Gladde handgrepen en opper-
vlakken die vastgepakt worden maken het veilig
hanteren en bedienen van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk.
9.
Draag tijdens het gebruik van dit gereedschap
geen stoffen werkhandschoenen die erin ver-
strikt kunnen raken. Wanneer werkhandschoe-
nen verstrikt raken in de bewegende delen kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
2.
met de daarvoor bestemde accu. Gebruik van
andere accu's kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts. Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5.
Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is. Beschadigde of
gewijzigde accu's kunnen onvoorspelbaar gedrag
vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
6.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7.
Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.
Verkeerd opladen of bij een temperatuur buiten
het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
Reparatie
1.
Laat uw elektrisch gereedschap repareren
door een vakbekwame reparateur die gebruik
maakt van uitsluitend identieke vervangings-
onderdelen. Zo bent u ervan verzekerd dat de
veiligheid van het elektrisch gereedschap behou-
den blijft.
2.
Repareer nooit een beschadigde accu. Het
repareren van een accu mag uitsluitend wor-
den uitgevoerd door de fabrikant of een erkend
servicecentrum.
3.
Volg de instructies voor het smeren en verwis-
selen van accessoires.
Veiligheidsinstructies voor een
accugatenpons
1.
De juiste keuze van pons en matrijs is essentieel.
Selecteer de juiste pons en matrijs aan de hand
van de vorm van het gat, de grootte van het gat,
de dikte van het werkstuk en het type materiaal.
2.
Zorg ervoor dat een pons met een vlakke rand,
waardoor deze niet kan draaien, correct wordt
aangebracht in de ponszuiger voordat de
ponsbevestigingsmoer wordt vastgedraaid.
3.
Voor het ponsen van een kanaal-vormig werk-
stuk of een roestvrijstalen werkstuk, gebruikt
u de bijgeleverde matrijs uitsluitend voor deze
materialen. Gebruik uitsluitend een combinatie
van pons en matrijs die geschikt is voor de
dikte van het werkstuk.
4.
Verzeker u ervan dat de pons en matrijs stevig
op hun plaats bevestigd zijn met behulp van
de moer of de bout. Als u dit niet doet, kan grote
schade aan uw gereedschap en ernstig persoon-
lijk letsel worden veroorzaakt. Controleer de pons
en matrijs regelmatig en draai ze vast.
5.
Het gereedschap werkt elektro-hydraulisch.
Als de temperatuur laag is, moet het enkele
minuten stationair draaien voordat het wordt
gebruikt.
6.
Houd tijdens gebruik uw gezicht, handen en
andere lichaamsdelen uit de buurt van het
ponsgebied.
7.
Verwijder de accu voordat u de pons en matrijs
verwisselt, onderhoud pleegt of afstellingen
maakt.
8.
Een pons en matrijs die gesleten, vervormd,
gekerfd, afgebroken of op enige wijze bescha-
digd zijn, kunnen leiden tot een storing van het
gereedschap en een ernstig ongeval. Vervang ze
onmiddellijk door nieuwe geleverd door Makita.
Bij het ponsen in roestvrij staal, kunnen de
9.
pons en matrijs sneller slijten dan bij het
ponsen in zachtere materialen. Verzeker u
ervan dat de pons en matrijs in goede staat
verkeren en niet gesleten, vervormd, gekerfd,
afgebroken of op enige wijze beschadigd zijn.
Raadpleeg uw dealer voordat u een materiaal
ponst dat niet wordt vermeld in de technische
gegevens.
10. Verwijder en controleer de koolborstels
regelmatig. Vervang ze na 200 keer gebruik.
Koolborstels met een lengte van 6 mm of minder
kunnen de motor beschadigen.
Als het gereedschap continu wordt gebruikt,
11.
kan de temperatuur ervan oplopen tot 70 °C,
waardoor de prestaties kunnen afnemen. Stop
in dat geval met het gebruik gedurende onge-
veer 1 uur om het gereedschap de gelegen-
heid te geven af te koelen voordat u het weer
gebruikt.
62 NEDERLANDS