neer u het zonder toezicht
achterlaat.
Ingebruikname
Overeenkomstig de geldige voor-
schriften mag de hogedrukreiniger
nooit zonder systeemscheider aan
het drinkwaternet bediend worden.
Er moet een geschikte systeemschei-
der overeenkomstig EN 12729
type BA gebruikt worden.
Water dat door een systeemscheider
gestroomd ist, wordt als niet-drinkbaar ge-
classifi ceerd.
Een systeemscheider is in de gespeciali-
seerde handel verkrij gbaar.
Een systeemscheider (terugslagklep) ver-
hindert de terugstroom van water en reini-
gingsmiddel in de drinkwaterleiding.
• Gebruik voor de watertoevoer een
universele tuinslang van 1/2" met een
lengte van minstens 5 m.
De tuinslang mag niet langer dan 30 m
zij n.
• Gebruik het apparaat aan een huis-
wateraanlsuiting met een debiet van
minstens 500 l/h.
Zuigslang met fi lterkorf (niet inbegre-
pen in de leveringsomvang)
Opstellen
Met de beugelgreep (2) uitgescho-
ven, kunt u het apparaat comfortabel
rollen.
• Beugel uittrekken:
Trek de beugelgreep (2) naar boven.
• Beugel intrekken:
Druk op de ontgrendelingsknop van de
beugelgreep (1) en druk de beugelgreep
(2) naar onder.
1. Zet het apparaat verticaal op een
vlakke ondergrond.
2. Steek de hogedrukslang (4) door de
geleiding voor de hogedrukslang (4.1).
3. Steek de hogedrukaansluiting aan de
kant van het pistool (29) in de hogedru-
kaansluiting pistool (27) van het spuit-
pistool (14). Zorg ervoor dat de slang
niet door de beugelgreep (2) gaat,
zodat de beugelgreep (2) niet wordt
geblokkeerd.
4. Sluit de toevoerslang aan op de wa-
tertoevoer en laat het water zonder
luchtbellen uit het andere uiteinde van
de toevoerslang ontsnappen om de
toevoerslang te ontluchten. Sluit de wa-
terkraan.
5. Steek het zeefi nzetstuk (12.1) in de wa-
teraansluiting (13).
6. Monteer de koppeling wateraansluiting
(12) op de wateraansluiting (13).
7. Verbind de toevoerslang met behulp
van de snelaansluiting met de tuin-
slangadapter (22) met de koppeling
wateraansluiting (12) en de wateraan-
sluiting (13) aan het apparaat.
8. Sluit de lans (3) aan op het spuitpistool
(14) door deze erin te steken en vast te
schroeven (bajonetsluiting).
9. Zodra de lans (3) gemonteerd is, sluit
u ofwel de standaard variabale spuit-
mond (25) of de turbo-vuilfrees (26)
aan op de lans (3) door deze erin te
steken. De opzetstukken klikken ineen.
Om de opzetstukken te verwij deren,
drukt u op de laterale vergrendeling (7)
aan het voorste uiteinde van de lans
(3) en trekt u het opzetstuk er naar vo-
ren af.
10. De roterende wasborstel (21) wordt di-
rect met het spuitpistool (14) verbonden
door hem erin te steken en te draaien
(bajonetsluiting). Hij wordt principieel
gebruikt zonder druk uit te oefenen.
De reinigende werking is het resultaat
van de roterende beweging en de
waterstroom. Is de waterstroom onvol-
doende, dan roteert de wasborstel niet.
NL
BE
57