INSTALLATIE BINNENUNIT
Stap 1: Installatieplaats kiezen
1.1 Zorg ervoor datde installatie voldoet aan de minimumafmetingen (hieronder gedefinieerd) en aan
de minimum- en maximumlengte van de aansluitleidingen en de maximumhoogteverandering
zoals gedefinieerd in het hoofdstuk Systeemeisen.
1.2 De luchtinlaat en -uitlaat zullen vrij zijn van obstakels, zodat een goede luchtstroom door de
kamer gewaarborgd is.
1.3 Condensaatkan gemakkelijk en veilig worden afgetapt.
1.4 Alleaansluitingen kunnen gemakkelijk worden gemaakt op de buitenunit.
1.5 Binnenapparaat buiten bereik van kinderen.
1.6 Amontagemuur die sterk genoeg is om vier keer het volle gewicht en de trillingen van het toestel
te weerstaan.
1.7 Filterkan gemakkelijk worden bereikt voor reiniging.
1.8 Laatvoldoende ruimte vrij om toegang te verlenen voor routineonderhoud.
1.9 Installeerten minste 10 voet (3 m) uit de buurt van de antenne van een TV-toestel of radio. De
werking van de airconditioner kan de radio- of tv-ontvangst storen in gebieden waar de ontvangst
zwak is. Er kan een versterker nodig zijn voor het betrokken apparaat.
1.10 Installeer niet in een wasruimte of bij een zwembad in verband met de corrosieve omgeving.
1.11 VoorETL certificatie gebied, Let op: Monteer het apparaat met de laagste bewegende delen ten
minste 8 voet (2,4 m) boven de vloer of het maaiveld.
Minimum afstanden binnenshuis
≥ 13cm / 5 in.
Plafond
≥ 20cm / 8 in.
≥ 250cm / 8 ft.
Vloer
22
≥ 13cm / 5 in.