Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
21 Snelkoppelingen
22 Regelklep/afsluiter
23 Uitsparingen voor wandmontage
24 Onderkant van de accubox
25 Bevestigingshaak
26 Montagehaak
27 Multi-adapter
28 Kraan-aansluitstuk*
29 Filter
*afhankelijk van de uitvoering
6. Ingebruikname
6.1
Accupack
Het accupack voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
U vindt de instructies voor het opladen van het
accupack in de gebruiksaanwijzing van de Metabo-
lader.
Accupacks hebben een capaciteits- en
signaalindicatie (17) (afhankelijk van de uitvoering):
- Druk op knop (18) waarna de laadtoestand wordt
aangegeven door de led-lampen.
- Wanneer een led-lampje knippert, is het accupack
bijna leeg en moet weer worden opgeladen.
6.2
Accupack verwijderen, plaatsen
1. Vergrendeling (15) drukken en
veiligheidsafdekking (16) open klappen.
2. Accupack (14) erop schuiven of eruit trekken.
3. De beschermende afdekking (16) sluiten.
Om een onbedoeld starten van het apparaat te
verhinderen, de accupacks pas na de
montage plaatsen.
Het apparaat loopt alleen met gesloten
veiligheidsafdekking.
De optimale opslagtemperatuur voor accupacks ligt
tussen 10°C en 30°C.
Bij het plaatsen van het accupack niet in het
bereik van de accu-opname grijpen.
6.3
Opbergen van de accubox (7) tijdens het
gebruik van de pomp
De accubox kan voor opslag in de buurt van de
houder aan de muur worden gemonteerd, met de
bevestigingshaak (bijv. aan de regenton) worden
opgehangen of zonder haak worden neergezet
volgens alle specificaties.
Dompel de accu-eenheid in ieder geval niet
onder in water en sluit de accubox voor elk
gebruik. De accubox altijd droog en veilig plaatsen!
a) Montage bevestigingshaak (25)
De montagehaken (26) van de bevestigingshaak
(25) worden in de uitsparingen (23) aan de
onderzijde van de accubox (24) geplaatst (stap 1.)
en de haak (25) op die manier naar boven
getrokken (stap 2.), zodat hij vast zit in de
uitsparingen. (zie afb. D p. 3)
b) Wandmontage accubox (7)
Aan de achterkant van de accubox bevinden zich
twee montagegaten met afstandsindicatie. Zorg
ervoor dat deze stevig aan de muur is
vastgeschroefd met twee geschikte schroeven of
haken en haak de accubox er stevig in.
6.4
Montage multi-adapter (27)
Multi-adapter (27) vastdraaien op de
pompaansluiting (6). Op de multi-adapter kunnen
slangen met afmetingen
worden.
6.5
Montage kraan-aansluitstuk (28)
6.6
Montage kraan-aansluitstuk (28)
(alleen de TPF 2200)
Kraan-aansluitstuk (28) vastdraaien op de
pompaansluiting (6).
6.7
Montage slang (19)
(alleen de TPF 2200)
De slang kan met behulp van de snelkoppeling (21)
op het kraan-aansluitstuk (28) worden aangesloten.
6.8
Montage slang (19); maximale
doorstroming
(alleen de TPF 7000)
Schroef de slang (wordt niet meegeleverd) met
behulp van een geschikte en passende adapter
(wordt niet meegeleverd) op de pompaansluiting
(6). Neem de montage-instructies van de
betreffende fabrikant in acht.
Gebruik voor een optimale pompcapaciteit
adapters en persleidingen die bij de
aansluitschroefdraad passen, zonder de inwendige
diameter onnodig te verkleinen.
Om een doorstroming van 7.000 l/h te bereiken is
een slang van 1 1/2" nodig. Bij een kleinere
slangdiameter neemt de doorstroming
dienovereenkomstig af.
7. Gebruik
7.1
Bedieningspaneel (8) zie overzicht p. 3
1. Activeringsknop:
Kort drukken van de AAN/UIT-knop (10) start de
pomp met het laatst geselecteerde
vermogensniveau.
2. Vermogensniveau veranderen:
Een korte druk op de knop (11) wisselt tussen de
drie vermogensniveaus (1, 2, 3, terug naar 1). Het
betreffende niveau wordt aangegeven door drie
groene leds.
TPF 2200:
Vermogensniveau 1: max. 1200 l/u, max. 0,6 bar
Geschikt voor: besproeien met een tuinsproeier,
lichte reinigingswerkzaamheden, gebruik met korte
slangen
Vermogensniveau 2: max. 1800 l/u, max. 1,3 bar
Geschikt voor: bevloeien (tuinsproeier)
NEDERLANDS nl
3
/
" en 1" bevestigd
4
25
