NL
Passende maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat gevaren worden
veroorzaakt door de stof die wordt gesproeid. Volg de instructies op de verpakking of de
instructies van de fabrikant voor de te verstuiven stof.
Spuit geen stoff en die verboden zijn in deze handleiding.
Spuit geen materialen van onbekende samenstelling.
Gebruik het apparaat niet zonder de gemonteerde sproeikap.
Gebruik het apparaat nooit als er veiligheidsvoorzieningen of afschermingen beschadigd
zijn.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen, voer alle reparaties uit in een geautoriseerde
reparatiewerkplaats.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u problemen oplost, onderhoud
uitvoert of wanneer u het apparaat niet gebruikt.
Controleer altijd of de bestaande voedingsspanning overeenkomt met de op het typeplaatje
van de machine aangegeven spanning.
VOORBEREIDING OP HET WERK
LET OP! Accessoires mogen alleen worden geïnstalleerd als de stroomtoevoer wordt onderbroken. Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact!
Bepaling van de viscositeit van het coatingmateriaal
Het product is uitgerust met een viscometer (trechter), waarmee kan worden bepaald of de viscositeit (dichtheid) van de verf
geschikt is voor het pistool.
Meng het te spuiten coatingmateriaal grondig. Het doel van het mengen is om een ongelijke verdeling van de dichtheid van het
coatingmateriaal te voorkomen.
Dompel de viscositeitsmeter onder tot hij zich onder het oppervlak van de vloeistof bevindt.
Hef de viscositeitsmeter boven het vloeistofoppervlak en meet de tijd die nodig is om de viscositeitsmeter te legen.
Afhankelijk van het type vloeistof moet de viscositeitsmeter binnen 18 s ± 2 s worden geleegd. Dit is de optimale doorlooptijd voor
het werken met het mondstuk met de grootste diameter.
De dichtheid van het coatingmateriaal kan worden verminderd door gebruik te maken van de verdunner die in de documentatie
bij het coatingmateriaal is gespecifi ceerd.
De viscositeit moet ook worden aangepast aan de diameter van het gebruikte mondstuk. Voor mondstukken met een kleinere
diameter kan een materiaal met een lagere viscositeit nodig zijn - een kortere doorlooptijd door de viscositeitsmeter.
Montage van de verfspuitset
Bevestig de kop met het mondstuk en de verftank op de aandrijvingsbehuizing. Druk op de vergrendelknop en schuif de kop in
de behuizing (II). Laat de vergrendelknop los, deze moet automatisch terugkeren naar de beginpositie. Controleer of de installatie
correct is. Een correct bevestigde kop kan alleen worden verwijderd door de vergrendelingsknop ingedrukt te houden.
Sluit het pistool aan op de compressorbehuizing met een slang. Duw het afgeschuinde uiteinde van de kegel van de slang in de
luchtinlaataansluiting aan de achterkant van de pistoolbehuizing (III). Bevestig het uiteinde met de bajonetsluiting aan de lucht-
uitlaat van het compressorhuis. Plaats het slanguiteinde over de luchtuitlaat en draai het zo dat de inbuspennen in de gaten van
het slanguiteinde zitten (IV).
De behuizing van de compressor maakt het mogelijk om de slang op te rollen tijdens het transport en de opslag van de verspuit-
set. Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet de slang volledig zijn afgewikkeld.
Vullen en monteren van de verftank
Schroef de verftank los. Druk de aanzuigbuis stevig in het montagegat (V). Het uiteinde van de zuigpijp is gebogen om de verftank
nauwkeuriger te kunnen legen wanneer het pistool onder een hoek wordt gehouden, bijvoorbeeld bij het schilderen van vloeren
of plafonds. Wanneer u de zuigbuis draait, richt u het gebogen uiteinde van de buis in de tegenovergestelde richting van de
verwachte kanteling van het pistool. Vul de verftank met verf van geschikte viscositeit. De bovenste capaciteitsmarkering van de
verftank niet overschrijden. Schroef de verftank voorzichtig vast aan het pistool, draai de tank vast om de verbinding af te dichten.
HET GEBRUIK VAN HET PISTOOL
Het pistool is niet geschikt voor het spuiten van de volgende verven:
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
103