NL
den. Schade dient te worden hersteld alvorens het elektrotoestel / machine te gebrui-
ken. Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhoud van het elektrotoestel /
machine.
Snijdende werktuigen dienen proper en scherp te zijn. Snijdende werktuigen met scher-
pe randen die goed onderhouden zijn zullen zich minder beklemmen en kunnen tijdens de
werking beter worden gecontroleerd.
Gebruik elektrotoestellen / machines, accessoires en aanvullende werktuigen ed.
overeenkomstig met deze instructie en houd rekening met hun soort en de arbeids-
omstandigheden. Gebruik van toestellen bestemd voor andere werkzaamheden dan hun
bestemming kan een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog,
proper en vrij van olie en vet. Gladde handvaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik
toe en houden het elektrotoestel / machine niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Herstellingen
Laat het elektrotoestel / machine herstellen enkel bij de bevoegde technische dien-
sten die originele reserveonderdelen gebruiken. Dit zal de gepaste veiligheid van het
elektrotoestel garanderen.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van de machine altijd de veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing
en alsook de andere veiligheidsinstructies in acht.
Het gebruik van spuitpistolen door kinderen of personen die niet zijn opgeleid voor het ge-
bruik van spuitpistolen is niet toegestaan.
Richt het apparaat nooit op mensen of dieren.
Spuitpistolen mogen niet worden gebruikt voor brandbare materialen.
Spuitpistolen niet reinigen met ontvlambare oplosmiddelen.
Vermijd risico's die worden veroorzaakt door sproeimateriaal en controleer de markering op
de verpakking of de door de fabrikant verstrekte informatie over sproeimateriaal, met inbe-
grip van de eisen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Spuit geen materialen die een onbekend gevaar kunnen opleveren.
Let op! Een hogedrukstraal kan ernstige huidbeschadiging veroorzaken. Laat nooit een deel
van het lichaam in contact komen met de straal.
Beschermende kleding biedt onvoldoende bescherming tegen letsels onder vorm van injec-
ties.
In geval van injectie van een hoge drukstroom onder de huid, onmiddellijk een arts raadple-
gen. De arts moet worden geïnformeerd over het soort stof dat werd ingespoten.
Niet eten, drinken of roken in de werkomgeving.
Draag altijd een adembeschermingsmasker ter bescherming tegen het inademen van scha-
delijke dampen.
Zorg voor voldoende ventilatie, zodat er geen ophoping van brandbare dampen in de lucht
van de werkruimte ontstaat.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
102