NEDERLANDS
Deze manier van werken is het meest
geschikt voor:
zoomsneden,
lange sneden.
56
Ombouwen op tafelcirkelzaagbedrijf
1.
Knop aan de trekstang tegen de wij-
zers van de klok in draaien en naar
voren trekken tot het zaagblad in het
tafelmidden staat.
2.
Met de vergrendelingshendel (56)
de langsverstelling in het tafelmid-
den vergrendelen.
Instellen en zagen
1.
Stel de zaaghoogte in. De spankap
moet op het werkstuk rusten.
2.
Stel de hellingshoek in en blokkeer.
3.
Eventueel universele aanslag mon-
teren (aanlegprofiel van de aanslag
parallel naar het zaagblad).
4.
Zaag inschakelen.
5.
Het werkstuk in één keer doorza-
gen.
6.
Schakel de machine uit als u niet
onmiddellijk verderwerkt.
7.2
Automatisch zagen
3
Opmerking:
Bij bedrijf als trekcirkelzaag wordt
het werkstuk gefixeerd en het zaagblad
naar voren getrokken. De lengte van de
snede moet naargelang de dikte van het
te zagen werkstuk beperkt worden (zie
schets).
Deze manier van werken is het meest
geschikt voor:
dwarssneden
Snijden van profielen en nietijzer-
metal
zeer precies uit te voeren zaagsne-
den
10
1.
Waarborgen dat de vergrendelings-
hendel voor langsverstelling is los-
gezet.
2.
Stel de zaaghoogte in. De spankap
moet op het werkstuk rusten.
3.
Stel de hellingshoek in en blokkeer.
4.
Universele aanslag monteren en
eventueel een hoek instellen.
3
Opmerking:
In het bedrijf als trekcirkelzaag
moet het aanslagprofiel met de hoge
aanlegkant gemonteerd zijn.
A
Opgelet!
Het aanslagprofiel mag niet in het
snijbereik reken.
5.
Controleer, terwijl het zaagblad stil-
staat, of het werkstuk in één snede
helemaal doorgezaagd kan worden.
Hiervoor knop aan de trekstang
tegen de wijzers van de klok in
draaien en zaagblad naar voren
trekken.
6.
Zet het zaagblad vervolgens
opnieuw in de achterste stand.
7.
Werkstuk aan het aanslagprofiel
leggen.
8.
Zaag inschakelen.
9.
Knop aan de trekstang tegen de wij-
zers van de klok in draaien. Haal het
zaagblad naar voor om het werkstuk
door te zagen. Zet het zaagblad ver-
volgens opnieuw in de achterste
stand.
10. Schakel de machine uit als u niet
onmiddellijk verderwerkt.
8. Service en onderhoud
A
Gevaar!
Voordat u met de service of met het
onderhoud begint:
1.
zet u het apparaat uit.
2.
wacht tot de zaag helemaal stil-
staat.
3.
trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
Nadat u klaar bent met de service
en/ of onderhoudsbeurt, moet de
goede werking van alle veiligheids-
voorzieningen als eerste gecontro-
leerd worden.
Beschadigde onderdelen, in het bij-
zonder veiligheidsvoorzieningen,
mogen uitsluitend door originele
onderdelen worden vervangen,
omdat onderdelen, die niet door de
fabrikant getest en vrijgegeven zijn,
niet te voorziene schade tot gevolg
kunnen hebben.
Service en/ of onderhoudswerk-
zaamheden die niet in dit hoofdstuk
beschreven staan mogen uitsluitend
door vaklui uitgevoerd worden.
A
Gevaar!
Als het inlegprofiel beschadigd
is, bestaat het risico dat kleine voor-
werpen tussen het inlegprofiel en het
zaagblad geklemd raken en het zaag-
blad blokkeren. Beschadigde inleg-
profielen moeten onmiddellijk vervan-
gen worden!
8.1
Zaagblad vervangen
A
Gevaar!
Onmiddellijk na het zagen kan het
zaagblad erg heet zijn – Pas op
voor brandwonden! Laat een heet
zaagblad eerst voldoende afkoe-
len. Reinig een heet zaagblad
nooit met brandbare vloeistoffen.
Ook bij een stilstaand zaagblad
bestaat er nog gevaar voor snij-
wonden. Bij het vervangen van
een zaagblad moet u veiligheids-
handschoenen dragen.
1.
Draaiknop geheel naar voren trek-
ken.
2.
Met de vergrendelingshendel de
langsverstelling in de voorste positie
arreteren.
3.
Breng het zaagblad in de bovenste
stand.
4.
Zaagblad iets neigen.
5.
Spankap (57) afnemen.
6.
Maak de inlegplaat los (58) en ver-
wijder hem.