• Ajuste las propiedades de rearme
cableando el circuito de rearme.
Circuito de entrada
Circuito d'ingresso
Ingangscircuit
Conexionado de PARADA DE EMERGENCIA
Collegamento dell'arresto d'emergenza
Noodstopschakeling
Puerta protectora sin test de arranque
Riparo mobile senza test di avvio
Hek zonder aanlooptest
Puerta protectora con test de arranque
Riparo mobile con test di avvio
Hek met aanlooptest
• Cierre el circuito de realimentación
puenteando Y6-A1 o conectando los
contactos de contactores ext. entre Y6 y
A1.
¡Atención! No conecte los
contactos de los contactores
externos en fila hacia el circuito de
rearme.
Se supervisa el circuito de realimentación.
Como máximo 150 ms después de
desconectar la salida correspondiente
tiene que estar cerrado de nuevo el
circuito de realimentación.
Utilización del dispositivo de seguridad
de forma aislada
Téngase en cuenta lo siguiente:
Si desea utilizar el dispositivo PNOZ e1.1p
aislado, realice el cableado tal y como se
efectúa con la vinculación disyuntiva (O)
(véase "Vinculación de dispositivos de
seguridad").
Vinculación de dispositivos de seguridad
Al vincular varios dispositivos hay que tener
en cuenta:
• La vinculación de PNOZ e1p está
permitido sólo a partir de la versión 3.0.
• Las salidas de seguridad a las que hay
conectadas cargas pueden conectarse
adicionalmente con las entradas de
seguridad de máx. 4 dispositivos
PNOZelog.
• Se permite llevar a cabo vínculos Y/O
exclusivamente con salidas de seguridad
de dispositivos PNOZelog de Pilz. La
categoría según EN 954-1 del conjunto de
la interconexión viene determinada por el
dispositivo con la menor categoría.
• Todos los dispositivos vinculados tienen
que estar conectados a la misma tensión
de alimentación.
Vinculación Y/O
¡Advertencia! La señal de salida
de un dispositivo PNOZelog en la
entrada O puentea la función de
seguridad del dispositivo. Las salidas
de seguridad conducen entonces
independientemente del estado de
los circuitos de entrada.
• Definire le caratteristiche di start mediante
il cablaggio del circuito di start.
Rearme automático
Start automatico
Automatische start
• Collegare il circuito di retroazione,
ponticellando Y6-A1 o collegando i contatti
del relè esterno tra Y6 e A1.
Attenzione! Non collegare i
contatti del relè esterno in serie al
circuito di start.
Il circuito di retroazione viene controllato.
Al massimo dopo 150 ms dalla
disinserzione delle uscite il circuito di
retroazione deve essere nuovamente
chiuso.
Utilizzo singolo del modulo di sicurezza
N.B.:
se si utilizza il PNOZ e1.1p singolarmente,
cablare come nel collegamento OR (vedi
"Collegamento di moduli di sicurezza").
Collegamento dei moduli di sicurezza
Per il collegamento di più dispositivi
osservare quanto segue:
• Il collegamento di PNOZ e1p è solo
consentito a partire dalla versione 3.0.
• Le uscite di sicurezza con carichi collegati,
possono essere collegate anche agli
ingressi di sicurezza fino ad un massimo di
4 dispositivi PNOZelog.
• Si possono eseguire collegamenti AND/
OR esclusivamente ad uscite di sicurezza
di dispositivi PNOZelog della Pilz. Il
dispositivo con la categoria più bassa
determina la categoria dello schema
generale secondo la norma EN 954-1.
• Tutti i dispositivi connessi devono essere
collegati alla stessa tensione di
alimentazione.
Collegamento AND/OR
Avvertenza! Il segnale di uscita di
un dispositivo PNOZelog
sull'ingresso OR, bypassa la
funzione di sicurezza del dispositivo.
Le uscite di sicurezza sono attive e
quindi indipendenti dallo stato dei
circuiti d'ingresso.
- 5 -
• Stel de starteigenschappen in door het
startcircuit te bedraden.
Rearme supervisado
Start controllato
Bewaakte start
• Sluit het terugkoppelcircuit door Y6-A1
te verbinden of de contacten van externe
magneetschakelaars tussen Y6 en A1 aan
te sluiten.
Let op! Sluit de contacten van de
externe magneetschakelaars niet
in serie met het startcircuit aan.
Het terugkoppelcircuit wordt bewaakt.
Uiterlijk 150 ms na het uitschakelen van de
betreffende uitgang moet het terugkoppel-
circuit weer gesloten zijn.
Veiligheidsrelais afzonderlijk gebruiken
Let u a.u.b. op het volgende:
Bedraad PNOZ e1.1p bij afzonderlijk gebruik
als bij de OF-verbinding (zie "Veiligheids-
relais verbinden").
Veiligheidsrelais verbinden
Neem bij het verbinden van meerdere
apparaten de volgende zaken in acht:
• Het verbinden van PNOZ e1p is pas
vanaf versie 3.0 toegelaten.
• Veiligheidsuitgangen waaraan belastingen
zijn aangesloten, mogen worden verbon-
den met de veiligheidsingangen van max.
4 PNOZelog-apparaten.
• U mag uitsluitend veiligheidsuitgangen van
PNOZelog-apparaten van Pilz met de
logische functie EN/OF verbinden. Het
apparaat met de laagste categorie bepaalt
de categorie volgens EN 954-1 van de
complete schakeling.
• Alle verbonden apparaten moeten op
dezelfde voedingsspanning worden
aangesloten.
EN/OF-verbinding:
Waarschuwing! Het uitgangssignaal
van een PNOZelog-apparaat op een
OF-ingang overbrugt de veiligheids-
functie van het apparaat. De
veiligheidsuitgangen geleiden dan
onafhankelijk van de toestand van de
ingangscircuits.