Rij langzaam.
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem voor transport het gewicht van het apparaat in
acht.
Belaad het apparaat alleen samen met een andere per-
soon of met behulp van de rijaandrijving.
1. Pedaal borstelkop omlaag drukken en vastklikken.
2. De zuigbalk optillen.
3. De sleutelschakelaar op 1 zetten.
4. De rijrichting met de rijrichtingsschakelaar selecte-
ren.
5. De veiligheidsschakelaar naar de duwbeugel trek-
ken.
6. Bij het transport in voertuigen het apparaat met de
sjorogen conform de geldende richtlijnen tegen
wegglijden en omvallen beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
LET OP
Vorst
Vernietiging van het apparaat door bevriezend water.
Verwijder al het water uit het apparaat.
Bewaar het apparaat op een vorstvrije plaats.
Dit apparaat mag alleen in binnenruimtes worden
opgeslagen.
Voor een langere levensduur de batterijen volledig
opladen.
De batterijen bij opslag minstens één keer per
maand volledig opladen.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Per ongeluk opstartend apparaat
Verwondingsgevaar, elektrische schok
Zet voor alle werkzaamheden de sleutelschakelaar van
het apparaat op 0 en trek de sleutel eruit.
Trek de netstekker van de oplader eruit.
Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.
Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsin-
spectie vastleggen of een onderhoudscontract afslui-
ten. Vraag hierover advies.
Onderhoudsintervallen
Na elk gebruik
LET OP
Ondeskundige reiniging
Beschadigingsgevaar.
Spuit het apparaat niet schoon met water.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk Onder-
houdswerkzaamheden.
Het vuilwater aftappen.
Het vuilwaterreservoir met helder water
schoonspoelen.
Het apparaat van buiten met een vochtige, in mild
zeepsop gedrenkte doek reinigen.
De pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen.
De grofvuilzeef reinigen.
De zuiglippen reinigen, op slijtage controleren, in-
dien nodig hoogte bijstellen of geheel vervangen.
De schijfborstel op slijtage controleren, indien nodig
vervangen.
De accu laden.
Als de laadtoestand onder 50% is, de accu volle-
dig en zonder onderbrekingen opladen.
Als de ladingstoestand boven 50% is, de accu al-
leen opladen, als u bij het volgende gebruik de
volledige bedrijfsduur nodig hebt.
Wekelijks
Bij regelmatig gebruik de accu minstens een keer
per week volledig en zonder onderbreking opladen.
Eens per maand
Voor de gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke
onderhoudswerkzaamheden zie hoofdstuk Onder-
houdswerkzaamheden.
1. Het verswatertank legen en de afzettingen
schoonspoelen.
2. Het filter verswater reinigen.
3. De vlotter en de pluizenzeef reinigen.
4. De accupool op oxidatie controleren, indien nodig
afborstelen. Op vastheid van de verbindingskabels
letten.
5. De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de
deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien
nodig vervangen.
6. Bij niet-onderhoudsvrije accu's de zuurdichtheid van
de cellen controleren.
7. Bij een langere stilstandtijd het apparaat met volle-
dig opgeladen accu's afzetten. De accu minstens
maandelijks volledig opladen.
Jaarlijks
De voorgeschreven inspectie door de klantenser-
vice laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Zuiglippen omkeren of vervangen
Als de zuiglippen zijn versleten, moeten ze worden om-
gekeerd of vervangen.
1. De zuigbalk verwijderen.
2. De stergreep eruit schroeven.
Stergreep
1
Spanband
2
Binnenste gedeelte zuigbalk
3
Spansluiting
4
3. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk eruit trek-
ken.
4. De spansluiting openen.
5. De spanband verwijderen.
6. De zuiglippen uit het binnenste gedeelte verwijde-
ren.
Achterste zuiglip
1
Voorste steunlip
2
Binnenste gedeelte zuigbalk
3
Spanband
4
7. De gebruikte of nieuwe zuiglippen op de noppen
van het binnenste gedeelte van de zuigbalk druk-
ken.
8. De spanband aanbrengen.
9. Het binnenste gedeelte van de zuigbalk in het bo-
venste deel schuiven.
10. De stergreep erin schroeven en vastdraaien.
Grofvuilfilter reinigen
1. De deksel van het vuilwaterreservoir openen.
Grofvuilzeef
1
2. De grofvuilzeef er omhoog aftrekken.
3. De grofvuilzeef onder stromend water schoonspoe-
len.
4. De grofvuilzeef in het vuilwaterreservoir plaatsen.
Filter verswater reinigen
1. Het verswater aftappen (zie hoofdstuk Verswater
snel aftappen).
2. De afsluiting van het verswaterreservoir losschroe-
ven.
Afsluiting verswaterreservoir
1
Verswaterfilter
2
3. Het filter verswater eruit trekken en met schoon wa-
ter schoonspoelen.
4. Het filter verswater plaatsen.
5. De afsluiting verswaterreservoir aanbrengen.
Opmerking: Zorg ervoor dat de slangaansluiting in
de afsluiting verswaterreservoir na het vastschroe-
ven op het diepste punt ligt.
Vlotter en pluizenzeef reinigen
1. De deksel van het vuilwaterreservoir openen.
Grendelhaak
1
Vlotter
2
Pluizenzeef
3
Vlotterbehuizing
4
2. De grendelhaak losmaken.
3. De vlotterbehuizing er omlaag aftrekken.
4. De vlotter uit de vlotterbehuizing nemen en reinigen.
5. Pluizenzeef verwijderen en reinigen.
6. Alle delen in omgekeerde volgorde monteren.
Schijfborstel vervangen
Instructie
Vervang de schijfborstels wanneer de lengte van de ha-
ren 10 mm heeft bereikt.
1. De borstelkop optillen
2. Het pedaal voor borstelvrijgave omlaag drukken.
3. De schijfborstel er zijdelings onder de borstelkop uit-
trekken.
4. De nieuwe schijfborstel onder de reinigingskop hou-
den, omhoog drukken en vergrendelen.