nl
Let op de
omgevingstemperatuur
en de beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. ,.
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN
+10 °C tot 32 °C
+16 °C tot 32 °C
N
ST
+16 °C tot 38 °C
T
+16 °C tot 43 °C
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. "
De lucht aan de achterwand en aan
de zijwanden van het apparaat wordt
verwamd. De verwarmde lucht moet
ongehinderd afgevoerd kunnen worden.
Anders moet de koelmachine meer
presteren waardoor het energieverbruik
toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
86
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat").
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
m
Waarschuwing
Gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik, indien het aansluitsnoer niet
lang genoeg is, in geen geval
meervoudige stopcontacten of
verlengsnoeren. Neem in plaats daarvan
contact op met de klantenservice voor
alternatieve oplossingen.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Sluit het apparaat aan
op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met
aardleiding. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot
16 A.
Controleer bij apparaten die in niet
Europese landen worden gebruikt of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje, afb. ,.