• Let er op dat de aanzuiglucht droog en stofvrij is.
• De compressor niet in vochtige of natte ruimtes op-
stellen.
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen
sprake zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of
brandbare gassen.
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimtes. In het bereik waar met spatwater wordt ge-
werkt, is gebruik niet toegestaan.
• De compressor mag alleen kortstondig, bij droge
omgevingscondities, buitenshuis worden gebruikt.
• De compressor moet altijd droog worden gehouden
en mag na de werkzaamheden niet buitenshuis ach-
ter worden geladen.
9.
Bediening
8.1 Aansluiting op het net
• De compressor is voorzien van een netsnoer met
een geaarde stekker. Deze kan op elke geaard stop-
contact 220 - 240 V~ / 50 Hz, welke met 16 A is af-
gezekerd, worden aangesloten.
• Let bij de ingebruikname er op dat de netspanning
overeenkomt met de bedrijfsspanning met het ma-
chinevermogen overeenkomstig de gegevens op
het gegevensplaatje van de machine.
• Lange toevoerleidingen, alsook verlengstukken,
kabelhaspels enz. veroorzaken spanningsverlies
en kunnen het starten van de motor verhinderen.
• Bij lage temperaturen onder +5°C wordt het starten
van de motor door zwaar lopen in gevaar gebracht.
8.2 Aan/uit-schakelaar (afb. 2)
• Door de knop (15) in stand I te zetten, wordt de com-
pressor ingeschakeld.
• Om de compressor uit te schakelen, moet de knop
(15) in stand 0 worden gezet.
8.3 Drukinstelling: (afb. 1)
• Met de drukregelaar (7) wordt de druk op de mano-
meter (5) ingesteld.
• De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (6) wor-
den ontnomen.
8.4 Instelling van de drukschakelaar
• De drukschakelaar is af fabriek ingesteld.
Inschakeldruk ca. 6 bar
Uitschakeldruk ca. 8 bar
8.5 Gebruik de bandenpomp
De perslucht-bandenpomp (13) dient om autobanden
mee op te pompen; met de juiste accessoires ook voor
het vullen en bijregelen van fietsbanden, rubberboten,
luchtbedden, ballen enz.
Door middel van het ontluchtingsventiel kunt u de druk
laten ontsnappen.
Let op! De manometer is niet geijkt!
Controleer de luchtdruk na het vullen met een geijkt
apparaat.
8.6 Gebruik de blaasspuit
U kunt de blaasspuit (12) gebruiken om holtes of ver-
ontreinigde oppervlakken en gereedschap te reinigen.
Draag altijd een veiligheidsbril!
8.7 Gebruik het adapterset
Met de adapterset heeft u de volgende verdere toepas-
singsmogelijkheden van de bandenpomp:
Oppompen van ballen met behulp van de balnaald (9).
Met ventieladapter (10) kunnen fietsbanden worden
opgepompt.
Het oppompen van zwembaden, luchtbedden of boten
met behulp van de extra adapter (11).
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Bij werkzaamheden met spuit- en sproeivoorzetappa-
raten alsook bij tijdelijk gebruik in de buitenlucht moet
het apparaat absoluut middels een aardlekschakelaar
met een afschakelstroom van 30 mA of minder wor-
den aangesloten.
Defecte elektrische aansluitkabel.
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster-
of deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
www.scheppach.com
NL | 61