Mitsubishi Electric Mr.Slim PEAD-SM140JA Manual De Instalación página 89

Ocultar thumbs Ver también para Mr.Slim PEAD-SM140JA:
6. Koelleidingwerk
6.2. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
6.2.1. Leidingen snijden
[Fig. 6-2-1] (P.4)
a Koperen leidingen
b Goed
c Niet goed
d Scheef
e Ongelijk
f Bramen
• Snijd dme koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
6.2.2. Bramen verwijderen
[Fig. 6-2-2] (P.4)
a Braam
b Koperen buis/leiding
c Opruimer
d Pijpsnijder
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat
kopervijlsel in de leiding vallen.
6.2.3. Moeren bevestigen
[Fig. 6-2-3] (P.4)
a Optrompmoer
b Koperen leiding
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
• Gebruik de flensmoer die aan dit binnenapparaat is bevestigd.
6.2.4. Optrompen
[Fig. 6-2-4] (P.4)
a Trompgereedschap
b Matrijs
c Koperen leiding
d Optrompmoer
e Span
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie hieronder).
A (mm)
Leidingdiameter
Bij het gebruik van het
(mm)
gereedschap voor R32/R410A
Type koppeling
6,35
0 – 0,5
9,52
0 – 0,5
12,7
0 – 0,5
15,88
0 – 0,5
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande tabel.
• In het geval dat de koelleidingen na loskoppeling opnieuw moeten worden
aangesloten, vervaardig dan het flensgedeelte van de leiding opnieuw.
6.2.5. Controleren
[Fig. 6-2-5] (P.4)
a Rondom glad
c Rondom even lang
e Scheef
g Gebarsten
i Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze
ondeugdelijk is opgetrompt.
Afmetingen
+0
B
(mm)
-0.4
9,1
13,2
16,6
19,7
b Binnenkant glimt overal, zonder krassen.
d Te veel
f Kras op het opgetrompte vlak
h Ongelijk
6.3. Leidingen aansluiten
[Fig. 6-3-1] (P.4)
• Breng een dun laagje koelolie aan op het verbindingsvlak van de leiding.
• Voor de aansluiting moet u eerst het midden uitlijnen. Vervolgens draait u de
optrompmoer 3 tot 4 slagen aan.
• Gebruik de onderstaande tabel met aandraaimomenten als richtlijn voor het
verbindingspunt op de aansluitzijde van de binnenunit en draai de aansluiting vast
met twee sleutels. Wanneer u een optrompmoer te stevig aandraait, kan dit het
getrompte deel beschadigen.
Buitendiameter koperen pijp
Buitendiameter flensmoer
(mm)
ø 6,35
ø 9,52
ø 12,7
ø 15,88
Waarschuwing:
De optrompmoer kan er afvliegen! (door interne druk)
Verwijder de optrompmoer als volgt:
1. Draai de moer los totdat een sissend geluid hoorbaar is.
2. Verwijder de moer niet voordat het gas geheel is vrijgekomen (het sissende
geluid is gestopt).
3. Controleer of het gas geheel is vrijgekomen en verwijder vervolgens de
moer.
De buitenunit aansluiten
Sluit de leidingen aan op de leidingverbinding van de afsluitkraan van de buitenunit,
op dezelfde manier als bij de binnenunit.
• Gebruik een momentsleutel of een moersleutel en gebruik
aandraaimoment als bij de binnenunit.
De koelstofleidingen isoleren
• Nadat
de
koelstofleidingen
zijn
(knelkoppelingen) worden geïsoleerd met een thermische isolatiemof, zoals
hieronder aangegeven.
[Fig. 6-3-2] (P.4)
A Pijpafdekking (klein) (bijgeleverd)
B Voorzichtig:
Trek de thermische isolatie aan het uiteinde van de koelstofleiding terug, steek het uiteinde
in de bout van de knelkoppeling en schuif vervolgens het isolatiemateriaal weer terug.
Let op dat er geen condensatie optreedt op het stuk koperen leiding dat niet is geïsoleerd.
C Koelstofleiding voor vloeistof
E Koelstofleiding buiten apparaat
G Pijpafdekking (groot) (bijgeleverd)
H Thermisch isolatiemateriaal (zelf aan te schaffen)
I Trekken
J Flensmoer
L Zorg dat er hier geen ruimte tussen blijft
N Band (bijgeleverd)
O Zorg dat er hier geen ruimte tussen blijft. Plaats de verbinding omhoog.
1. Verwijder de rubber stop uit het uiteinde van de leiding van het apparaat.
2. Tromp het uiteinde van de koelpijp op de locatie op.
3. Trek de warmte-isolatie uit de koelpijp op de locatie en breng de isolatie weer op
zijn oorspronkelijke plaats aan.
Pas op bij koelleidingen
 Gebruik niet-oxyderend soldeersel bij het hardsolderen om er zeker van te
zijn dat er geen vreemde stoffen of vocht de pijp kunnen binnendringen.
 Zorg ervoor dat u koelmachine-olie op het zittingsoppervlak van de "flare"-
aansluiting doet en dat u de leidingen stevig vastdraait met gebruik van een
dubbele steeksleutel.
 Gebruik een metalen beugel om de koelleiding te ondersteunen zodat er
geen gewicht op de einde van de leiding aan het binnenapparaat komt te
staan. Monteer deze steunbeugel op 50 cm afstand van de "flare"-
aansluiting van het binnenapparaat.
Aanhaalmoment
(mm)
(N·m)
17
14 – 18
22
34 – 42
26
49 – 61
29
68 – 82
hetzelfde
aangesloten,
moeten
de
verbindingen
D Koelstofleiding voor gas
F Hoofdapparaat
K Terugschuiven naar oorspronkelijke positie
M Plaat op het hoofdapparaat
89
loading