Apparaat gedompeld opstellen
Aansluiten
B
Steek de netstekker nog niet in het stopcontact!
Sluit de pomp overeenkomstig de gewenste installatievariant aan. (→ Installatievarianten)
• Hoe groter de slangdiameter is, hoe kleiner het wrijvingsverlies in de leidingen en hoe beter
het debiet.
• De slangdiameter mag door een slangtule niet onnodig worden beperkt. Kort de slangtule evt.
in volgens de slangdiameter.
Plaatsen van het apparaat
C
• Zet de pomp horizontaal op een vaste ondergrond.
• Zorg ervoor dat de pomp stabiel staat.
• Wij raden aan de pomp of de op de zuigzijde aangesloten onderdelen (skimmer, satellietfilter,
vloerafvoer, enz.) hoger dan de vloer te plaatsen wanneer het water modderig of vuil is. Hier-
door wordt het aanzuigen van deeltjes verminderd, wat de levensduur van de rotor verlengt.
• Gebruik de pomp uitsluitend als deze ten minste met 10 cm water is bedekt. Anders kan deze
lucht aantrekken.
Met een trekkabel kunt u de pomp eenvoudig uit het water trekken.
− Trek de trekkabel door de ronde openingen aan de onderste filterschelp en knoop deze
vast.
Apparaat droog plaatsen
Informatie hieromtrent vindt u in de handleiding.
NL
25