I I I I . . 2 2 P P L L A A A A T T S S V V A A N N G G E E B B R R U U I I K K
- Plaats het aggregaat op een vlakke, horizontale ondergrond.
- Het aggregaat mag in elke richting nooit meer dan 10° of 13% hellen.
- Zorg voor extra olie en benzine in de buurt van de plaats waar het aggregaat wordt gebruikt, maar houdt daarbij een veilige afstand aan.
- Kies een schone, goed geventileerde plek, die beschermd is tegen weersinvloeden.
- Zorg voor een goede ventilatie wanneer het aggregaat in een gesloten ruimte wordt gebruikt (zelfs als dit alleen bij hoge uitzondering gebeurt).
- Plaats het aggregaat zodanig dat mensen en dieren er ongehinderd langs kunnen lopen.
I I I I . . 3 3 O O V V E E R R B B E E L L A A S S T T I I N N G G V V A A N N H H E E T T A A G G G G R R E E G G A A A A T T
Gebruik bij permanent functioneren nooit meer dan het nominale vermogen (ampère en/of Watt) van het aggregaat.
Voordat u het aggregaat aansluit en gaat gebruiken, dient u het door de elektrische apparaten gevraagde elektrisch vermogen (in Watt of ampère) te bereke-
nen. Dit elektrisch vermogen (in Watt en/of ampère) staat meestal aangegeven op het typeplaatje van de lampen, elektrische apparaten, motoren enz. Bij gelijk-
tijdig gebruik mag het totale vermogen van de gebruikte apparaten niet hoger zijn dan het nominale vermogen van uw aggregaat.
N.B.: een elektrisch apparaat (decoupeerzaag, boor, enz.) verbruikt meer watt of ampère dan is aangegeven op het typeplaatje wanneer zij gebruikt worden
voor moeilijke toepassingen. Zo vraagt een zaag waarmee zeer hard materiaal gezaagd moet worden 3 à 4 maal zoveel watt of ampère dan staat aangege-
ven op het typeplaatje.
NL
NL
88
1 1 0 0 ° ° -1 1 3 3 % %
04/2002