voestalpine Bohler welding TERRA 500 RC Manual Del Usuario página 94

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 59
1÷20* Afbouwende karakteristiek met slopeafstelling
De verlenging van de booglengte heeft een verlaging
van de lasstroom tot gevolg (en omgekeerd) dit in de
verhouding ampere staat tot voltage van 1 tot 20.
Cellulose, Aluminium
P = C* Wet van behoud van energie
De verlenging van de booglengte veroorzaakt een vela-
ging van de lasstroom (en omgekeerd) en wel volgens
de formule V·I= K.
Cellulose, Aluminium
205
MMA Synergie
Hiermee kan de beste boogdynamiek worden ingesteld
door het selecteren van het type elektrode dat u gaat
gebruiken.
1 Standard (Basisch/Rutiel)
2 Cellulose
3 Staal
4 Aluminium
5 Gietijzer
Fabrieksinstelling standard (1)
Het kiezen van de juiste dynamische boog maakt het
mogelijk om het maximaal profijt uit de stroombron te
halen zodat de best mogelijk las prestatie wordt behaald.
Perfecte lasbaarheid van de gebruikte elektrode wordt
niet gegarandeerd (de lasbaarheid is afhankelijk van de
kwaliteit en de staat waarin het artikel verkeerd, de werk-
en lascondities, en vele mogelijke toepassingen, enz ).
312
Spanning booguitschakeling
Voor het instellen van de waarde van de spanning om
de elektrische boog wordt uitgeschakeld. Hierdoor wor-
den de werkomstandigheden die zich voordoen beter
beheerst.
Bij het puntlassen bijvoorbeeld zorgt een lage waarde
van de spanning voor een minder grote vlam als de elek-
trode van het werkstuk wordt verwijderd waardoor spat-
ten, verbranding en oxidatie van het werkstuk afnemen.
Worden er echter elektroden gebruikt waarvoor een
hoge spanning noodzakelijk is, adviseren wij u een hoge
drempelwaarde in te stellen om te voorkomen dat de
boog tijdens het lassen dooft.
Stel de spanning voor het uitschakelen van de
boog nooit hoger in dan nul lading spanning van
de stroombron.
Parameter ingesteld op Volt(V).
Minimaal 0V, maximaal 99,9V, fabrieksinstelling 57V
500
Maakt het kiezen van de gewenste grafische interface
mogelijk.
Maakt de toegang mogelijk tot hogere instelling niveaus:
USER:
gebruiker
SERV:
service
vaBW:
vaBW
551
Blokkeer/deblokkeer
Maakt het mogelijk de controle knoppen op het paneel
te blokkeren en een bescherm code in te voeren ( raad-
pleeg het gedeelte Blokkeer / deblokkeer).
94
601
Stapsgewijze regeling
Maakt het stapsgewijze regelen van de parameter met
de persoonlijke instellingen van de lasser mogelijk..
Minimaal 1, maximaal Imax, fabrieksinstelling 1
602
Externe parameter CH1
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(minimale waarde).
603
Externe parameter CH1
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(maximale waarde).
751
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
Maakt het mogelijk dat de methode om de lasstroom te
tonen wordt aan gezet.
752
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Maakt het mogelijk dat de methode om het voltage te
tonen wordt aan gezet.
851
Booglassen mogelijkheid
On=Booglassen, Uit=MMA
852
TIG DC LIFT START mogelijkheid
On= Geactiveerd, Uit=Gedeactiveerd
854
Slijpen mogelijkheid
Uit=Gedeactiveerd
0÷80V= voeding slijpen
903
Programma opheffen
Selecteer het gewenste programma door de knop 1 te
draaien.
Wis het geselecteerde programma door de knop 2 in te
drukken.
3.3 Sluit af/open
Maakt het mogelijk alle instellingen af te sluiten vanuit het con-
trole paneel met een veiligheid paswoord.
"SLUIT AF"
Begin in set-up door de decoder sleutel minstens 5 seconden
in te drukken.
Selecteer de gewenste parameter (551).
Activeer de regeling van de geselecteerde parameter door de
decoder knop in te drukken.
Stel een numerieke code (paswoord) in door de decoder te
draaien.
Bevestig de gemaakte verandering door de decoder knop in te
drukken.
"OPEN"
Het uitvoeren van elke handeling op een afgesloten controle
paneel laat een speciaal scherm verschijnen.
Toegang tot de functies op het paneel door de decoder te
draaien en het juiste paswoord in te voeren.
3.4 Alarm codes
E01, E02
Temperatuur alarm
U wordt aangeraden de machine niet uit
te schakelen terwijl het alarm in werking is
, zo zal de ventilator in het systeem blijven
draaien en de verhitting tegengaan.
E08
Motor blokkade alarm
E10
Stroom module alarm
E13
Communicatie alarm
E19
Systeem configuratie alarm
E20
Geheugen storing alarm
E21
Verlies informatie alarm
loading