2.1 Procedure voor het laden, vervoe-
ren en lossen
- De machine is uitgerust met een handgreep voor transport.
- De machine is niet uitgerust met speciale hulpstukkeen voor
bij het tillen. Gebruik een vorkheftruck maar let op dat de
machine niet kantelt.
Onderschat het gewicht van de apparatuur niet,
zie de technische specificatie.
Beweeg of hang het apparaat nooit boven perso-
nen of voorwerpen.
Laat het apparaat niet vallen of botsen.
Til de machine niet aan de handgreep op.
2.2 Plaatsen van de installatie
Houdt u aan onderstaande regels:
- Zorg ervoor dat de installatie en de aansluitingen goed toe-
gankelijk zijn.
- Plaats het apparaat niet in een te kleine ruimte.
- Plaats het apparaat niet op een schuin aflopende ondergrond
van meer dan 10° waterpas.
- Plaats het apparaat in een droge, schone en goed geventi-
leerde ruimte.
- Bescherm het apparaat tegen hevige regen en tegen de zon.
2.3 Aansluiting
De stroombron is voorzien van een primaire stroomkabel voor
de aansluiting op het lichtnet.
De installatie kan worden gevoed door:
- 400 V drie fase
De werking van het apparaat wordt gegarandeerd
voor spanningswaarden tot ±15% ten opzichte van
de nominale waarde.
De machine kan gevoed worden door een stroomag-
gregaat als deze een stabiele voedingsspanning
garandeert van ± 15% van de door de fabrikant
voorgeschreven nominale behoefte, zodat onder alle
werkomstandigheden en met maximale capaciteit
gelast kan worden.
Wij adviseren bij één fase lasapparaat een
stroomaggregaat te gebruiken die tweemaal het
vermogen van de stroombron geeft, in geval van
drie fase lasapparaat is dit 1½.
Het gebruik van een stroomaggregaat met elek-
trische bediening wordt aangeraden.
92
Ter bescherming van de gebruikers moet de instal-
latie goed geaard zijn. De stroom kabel is voorzien
van een aarde kabel (geel-groen), en moet worden
verbonden met een geaarde stekker.
Het elektrische systeem moet worden aangeslo-
ten door vakkundig technisch personeel met de
juiste kwalificaties en volgens de nationale veilig-
heids normen.
De stroomkabel van de stroombron is voorzien
van een geel/groene draad die altijd geaard moet zijn. Deze
geel/groene draad mag nooit worden gebruikt met andere
stroomdraden.
Controleer de aardverbinding op de werkplek en of de stop-
contacten in goede staat verkeren.
Installeer alleen stekkers die voldoen aan de veiligheid eisen.
2.4 Installeren
De aansluiting zoals u die ziet op de afbeelding
is de algemene situatie bij MMA lassen, d.w.z. de
electrodehouder is verbonden met de plus poo-
len de aardklem met de min pool. Wilt u lassen
met een omgekeerde polariteit dan dient u de te
verwisselen, sommige electrode vragen hierom.
- Verbind (1) de aardklem aan de negatieve snelkoppeling (-)
(2) van de stroombron.
- Verbind (3) de elektrodehouder aan de positieve snelkoppe-
ling (+) (4) van de stroombron.