Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Inzet als mobiele machine, fig. 10
Voor de mobiele inzet van uw slijpmachine is de montage
op een geëigende grondplaat (1) aan te bevelen. Deze kunt
u dan op de betreffende werkbank klemmen. De grond-
plaat moet een minimale dikte van 19 mm hebben en vol-
doende groter dan de slijpmachine zijn, opdat u plaats voor
de klemmen vindt.
• Markeer de te boren gaten op de grondplaat.
• Ga te werk zoals onder het punt „Inzet als stationaire
machine, fig. 9" in de laatste 3 stappen beschreven.
Aanwijzing: Let op geëigende lengte van de schroeven.
Spaxschroeven mogen niet uitsteken, om de ondergrond
niet te beschadigen, zeskantbouten daarentegen moeten
uitsteken, opdat onderlegschijven en zeskantmoeren aan-
gebracht kunnen worden.
Inbedrijfstelling
Waarschuwing: Trek de netstekker er uit en zet de scha-
kelaar in de Uitpositie, voordat u de in het volgende deel
beschreven instellingen uitvoert.
Slijpbanduitlijning, fig. 11
Schakel de slijpmachine kort in en direct weer uit. Loopt
de band van de aandrijfas , resp van de omkeeras, dan
moet deze met de instelschroef weer naar het midden van
de rollen ingesteld worden.
• Beweegt de slijpband zich in richting van de slijpschijf,
draai dan de instelring (H) met een kwart omwenteling
met de klok mee.
• Beweegt de slijpband zich van van de slijpschijf weg,
draai dan de instelring met een kwart omwenteling tegen
de klok in.
• Schakel nu de slijpmachine kort in en direct weer uit
en kijk daarbij, of de slijpband verder verloopt. Indien
nodig, past u uw instelling nauwkeuriger aan.
Parallele positie van de werktafel voor de slijpschijf, fig. 12
• Trek de netstekker er uit.
• Meet met een hoekmeter de hoek tussen werktafel en
slijpschijf.
• Is de hoek niet gelijk aan 90°, maak dan de vastzet-
schroef (K) los en draai de werktafel, tot de 90°-stand
bereikt is.
• Fixeer nu de vastzetschroef.
Aanwijzing: Met de stelschroeven onder de werktafel kan
de afstand tussen werktafel en slijpschijf veranderd wor-
den. Deze moet altijd 1,6 mm bedragen.
Schakelaar, fig. 13
Waarschuwing: Grijp voor het aan- en uitschakelen van de
slijpmachine nooit over het apparaat naar het schakelaar!
Kans op verwondingen!
Gebruiksvoorschriften
Bevel sanding, fig. 14
De werktafel kan traploos van 0° tot 45° versteld worden.
• Los daarvoor de vastzetschroef (7).
• Breng de werktafel in gewenste neiging. Let op: De werk-
tafel moet ook geneigd nooit verder dan 1,6 mm van de
slijpschijf verwijderd zijn!
• Draai de vastzetschroef weer stevig aan.
Slijpen van de kopse kanten met een verstekmal, fig. 15
De meegeleverde verstekmal (F) vergemakkelijkt precies
slijpen. Wij adviseren het gebruik bij het slijpen van (korte)
kopse kanten.
Aanwijzing: Beweeg het werkstuk altijd vanaf links in het
centrum van de slijpschijf, nooit verder! Gevaar voor ver-
wondingen door wegslingerend werkstuk!
Horizontaal en verticaal slijpen, fig. 16
Uw slijpmachine kan horizontaal en verticaal gebruikt wor-
den. De werktafel is voor beide gebruiksmethoden zinvol
inzetbaar.
• Maak met de meegeleverde inbussleutel de schroeven
(8) in het lagerhuis los.
• Til de slijpband in de verticale positie. Met de verticaal
stelschroef (9) kan deze positie fijningesteld worden.
• Trek de schroeven (8) in de rollenbehuizing vervolgens
vast.
Aanwijzing: Slijp lange werkstukken in de verticale posi-
tie, waarbij u het werkstuk gelijkmatig over de slijpband
beweegt.
Oppervlakteslijpen op de slijpband, fig. 17
• Houd het werkstuk (W) vast. Pas goed op uw vingers!
Kans op verwondingen!
• Geleid het werkstuk gelijkmatig over de slijpband, door
het vast tegen de slijpsteun (E) aan te drukken. Let op:
Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het slijpen in
het bijzonder van dunne of lange materialen (evtl. zelfs
zonder slijpsteun (E)). De aanlegdruk mag nooit te sterk
zijn, opdat afgeslepen materiaal van de slijpband afge-
voerd kan worden.
Slijpen van concave rondingen, fig. 18
Waarschuwing: Nooit kopse kanten op de meenemeras
(1100 R) slijpen! Daarbij kan het werkstuk (W) weggeslin-
gerd worden. Kans op verwondingen!
Concave rondingen altijd op de slijpband aan de meene-
meras slijpen.
• Houd het werkstuk vast. Pas goed op uw vingers! Kans
op verwondingen!
• Geleid het werkstuk gelijkmatig over de slijpband. Let
op: Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het slijpen
in het bijzonder van dunne of lange materiaal (evtl. zelfs
zonder werktafel). De aanlegdruk mag nooit te sterk zijn,
opdat afgeslepen materiaal van de slijpband afgevoerd
kan worden.
Slijpen van convexe rondingen, fig. 19
Convexe rondingen moeten op de slijpschijf geslepen wor-
den, waarbij het werkstuk (W) van de linkerrand naar het
middelpunt van de slijpschijf geleid wordt.
• Houd het werkstuk vast. Pas goed op uw vingers! Kans
op verwondingen!
• Druk het werkstuk gelijkmatig tegen de slijpschijf en
beweeg het daarbij van links tot in het midden van de
slijpschijf.
Waarschuwing: Nooit convexe rondingen aan de rechter-
kant van de slijpschijf slijpen! Werkstuk kan wegslingeren!
Kans op verwondingen!
nederlandse 27
