Het gebruik van het product
1. Indicator van het koelgedeelte
Het lampje van het koelgedeelte wordt
ingeschakeld als de temperatuur van het
koelgedeelte wordt ingesteld.
2. Indicator foutstatus
De sensor wordt ingeschakeld als de koelkast niet
voldoende koelt of bij een sensorfout Als deze
indicator actief is, zal de temperatuurindicator
van het diepvriesgedeelte "E" weergeven en de
temperatuurindicator van het koelgedeelte zal
nummers zoals "1,2,3..." weergeven. Aan de
hand van deze nummers op de indicator kan het
dienstpersoneel afleiden wat de fout is. ( )
3. Temperatuurindicator
Duidt de temperatuur van het koel- en
diepvriesgedeelte aan.
4. Functieknop Vakantie
Druk gedurende 3 seconden de vakantieknop in
om deze functie te activeren. Als de vakantiefunctie
in werking is, geeft de temperatuurindicator van
het koelgedeelte "- -" weer en er wordt niet
gekoeld in het koelgedeelte. Deze functie is niet
geschikt om levensmiddelen in het koelgedeelte op
te slaan. Andere gedeeltes blijven gekoeld op de
temperatuur die voor het gedeelte is ingesteld.
Druk nogmaals op de vakantie knop (
deze functie te annuleren.
Koelkast / Gebruikershandleiding
5. Knop voor temperatuurinstelling
De respectievelijke temperatuur van de gedeeltes
variëren van -24°C... -18°C en 8°C...1°C. ( )
6. Keuzeknop compartiment
Gebruik de keuzetoets voor de gedeeltes van de
koelkast om tussen het koel- en diepvriesgedeelte
te wisselen. ( )
7. Indicator diepvriesvak
Het lampje van het diepvriesgedeelte wordt
ingeschakeld als de temperatuur van het
diepvriesgedeelte wordt ingesteld.
8. Indicator Besparingsmodus
Geeft aan dat de koelkast werkt in de
energie-efficiënte modus. Deze indicator
wordt ingeschakeld als de temperatuur in het
diepvriesgedeelte ingesteld wordt op -18°C. ( )
9. Indicator vakantiefunctie
Geeft aan dat de vakantiefunctie actief is. ( )
) om
17 / 33 NL