Telcoma Automations E224 Manual De Instrucciones página 72

Ocultar thumbs Ver también para E224:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
NL
NL
FOTOTEST
Om de fototest te doen functioneren moet de installatie twee leidingen voor stroomtoevoer naar de fotocellen hebben, waarbij de eerste op de
klemmetjes 1 en 2 wordt aangesloten (die de ontvangers van stroom voorziet) de tweede op de klemmetjes 3 en 4 die de zenders van stroom voorziet
(de fototest moet ingeschakeld worden door de dipschakelaar nr. 7 op stand ON te zetten).
De besturingseenheid controleert of de fotocellen werken door bij het begin van elke manoeuvre te stimuleren dat deze in werking treden.
Als alles OK is gaan de motoren van start en neemt de manoeuvre een aanvang; als de ontvanger een probleem heeft zal de cyclus stoppen en wordt dit
door een reeks snelle knipperingen van het controlelampje poort open en LD3 gesignaleerd.
De functie fototest heeft behalve de veiligheidsfactor nog verdere voordelen:
- energiebesparing (de zenders van de fotocellen zijn bij gesloten poort uit)
- verhoging van de actieradius in geval van stroomvoorziening op batterijen
- minder slijtage van de onderdelen van de zender van de fotocel.
- De fototest werkt ook met de fotocel 3 (ingang Jolly).
- De besturingseenheid herkent – en slaat op in het geheugen (tijdens het programmeren van de tijden) hoeveel en welke fotocellen zijn
aangesloten voor de fototest.
- In installaties met een fototest, wanneer de poort dicht is, worden de zenders van de fotocellen niet van stroom voorzien en zijn de ingangen
open (ledjes uit).
- Voor de eindtest van de fotocellen bij gesloten poort kortsluit u de twee einddraden "Test" (onderdeel 11 van afb.11) die op de
besturingseenheid aanwezig zijn.
- De fotocellen met een aansluiting voor fototest werken alleen tijdens de manoeuvre.
SOFTSTART
Het is mogelijk de startfase van de motoren zo te wijzigen dat de start sneller verloopt.
Om de start te wijzigen: terwijl de besturingseenheid onder spanning staat en de poort gesloten is dient u tegelijkertijd op de knoppen STOP/PROG
en P3 te drukken (deel 13 en 14 op afb. 11)
Na enkele seconden gaat led L3 branden (deel 16 op afb.11).
Als L3 ononderbroken blijft branden, zal de start sneller verlopen.
Als L3 knippert, zal het starten geleidelijker gaan.
Laat de toetsen los om deze instelling in het geheugen op te slaan. In de fabriek is de E224 ingesteld met geleidelijke start.
INSTEEKONTVANGER model OC (optional)
De ontvangers kunnen een herkenningsfase uitvoeren en kunnen meerdere codes op hetzelfde kanaal in het geheugen opslaan.
De functies van de twee radiokanalen zijn:
Kanaal 1 Stap-voor-stap
Kanaal 2 Voetgangersdoorgang
Om de zenders in het geheugen op te staan dient u als volgt te werk te gaan:
- Breng de ontvanger in het contact aan (onderdeel 23 van afb. 11)
- Zet de besturingseenheid onder spanning en wacht dat de ledjes op de ontvanger uitgaan.
- Druk eventjes op de knop van het te bewaren kanaal op de ontvanger, (P1 stap-voor-stap of P2 voetgangersdoorgang); het desbetreffende ledje zal
nu gaan knipperen.
Als het ledje dubbele knipperingen uitvoert, dient u te wachten en de handeling te herhalen (het knopje moet slechts één keer worden ingedrukt).
- Zend met de te programmeren afstandsbediening.
-Als het ledje op de ontvanger een langdurige knippering uitvoert, wil dat zeggen dat de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen .
-Als de code reeds in het geheugen aanwezig is, zullen de ledjes van de ontvanger tegelijk gaan knipperen.
Het is mogelijk het geheugen van de codes te resetten door de knop P1 van de ontvanger ongeveer 15 seconden ingedrukt te houden totdat beide
ledjes gaan branden.
De antenne dient te worden aangesloten op de klemmetjes 42 (omhulsel) en 43 (besturingseenheid) zie afb. 12.
- Voor verdere informatie en specificaties gelieve u de handleiding te raadplegen die u bij de ontvanger hebt gekregen.
P1
72
P2
Led1
Led2
MEMORY
P1
Led1
Led2
P2
loading