1
4
NL
7
2
5
104
verpakking. Voer het nummer in het daarvoor bestemde veld
in de fietscomputer in. De beschrijving van hoe men dit moet
doen is te vinden in de handleiding van de fietscomputer.
Bluetooth Low Energy-koppeling
Connectiviteit met mobiele apparaten uitgerust met Blue-
tooth verkrijgt u door de Bluetooth-functie in te schakelen,
en vervolgens de mobiele trainingsapplicatie te starten die
de „Cycling Power"-sensor ondersteunt via Bluetooth Low
Energy. De beschrijving van hoe men dit moet doen is te vin-
3
den in de handleiding van het mobiele apparaat.
Indien u eigenaar bent van de dubbelzijdige TWiN
2 vermogensmeter:
Koppelen via ANT +
De TWiN2 dubbelzijdige vermogensmeter adverteert zich-
zelf in ANT+ communicatie als één apparaat met een ID
toegewezen aan de linkerarm. Om de TWiN2-meting aan
de fietscomputer toe te voegen, controleert u welke ANT +
ID-sensor op de linkerarm heeft en selecteert u deze ver-
volgens in de lijst met vermogenssensoren die door de fiets-
computer zijn gevonden. Aandacht! De sensor rechts is niet
zichtbaar voor fietscomputers in ANT+ communicatie. De
sensor links in ANT+ communicatie zendt data uit van beide
sensoren (totaal L+R vermogen).
Oppelen via Bluetooth Low Energy
De TWiN2-sensor in Bluetooth Low Energy-communicatie
wordt aangekondigd als twee onafhankelijke apparaten met
6
de volgende namen: "POWERCRANK L.XXXXX" en "POWER-
CRANK R.XXXXX" waarbij XXXXX het 4- of 5-cijferige ANT
+ ID-nummer is. Sensoren L en R zenden onafhankelijk het
gemeten vermogen uit voor het corresponderende been.
Standaard is "Zwift-compatibiliteit" ingeschakeld voor de
TWiN2-meting, waardoor de sensor op de linkerarm zichzelf
aankondigt als "POWERCRANK L.XXXXX" om de vermo-
genswaarde van beide sensoren uit te zenden (totaal vermo-
gen L + R).
6. Nul-offset kalibratie
Hoe de kalibratie uit te voeren:
• Start het apparaat door de cranks een paar keer te draaien.
105
NL