PERIODIEKE INSPECTIE
CONTROLEER ELK HALF JAAR OF JAAR DE VOLGENDE PUNTEN. NEEM VOOR HULP CONTACT
OP MET DE LEVERANCIER.
SERVICE EN GARANTIE NA VERKOOP
CONTROLEER DE VOLGENDE PUNTEN WANNEER ONDERHOUD NODIG IS.
OMSTANDIGHEID
Als de afstandsbediening geen signaal
afgeeft.
(Display van afstandsbediening is vaag
of leeg.)
Wanneer de unit niet werkt.
Wanneer de unit niet goed koelt.
Wanneer de unit niet goed verwarmt.
■ De volgende situaties duiden niet op een storing van de unit.
Tijdens verwarmen knippert
het bedrijfslampje en stopt
de luchtstroom
Een sissend of bruisend
geluid
Piepend geluid
Ruisend geluid
Klikgeluid
Controleer of de aardleiding van de unit correct is
aangesloten.
Als de aardleiding niet is aangesloten of beschadigd is, kan
WAARSCHUWING
dat resulteren in een storing of in elektrische schokken.
Controleer of het bevestigingsframe veel roest
vertoont en of de buitenunit gekanteld of onstabiel is.
In dat geval kan de unit instorten of vallen en zo
WAARSCHUWING
verwondingen veroorzaken.
Moeten de batterijen worden vervangen?
Is de polariteit van de geplaatste batterijen correct?
Is de zekering in orde?
Is de spanning heel hoog of laag?
Is de stroomonderbreker ingeschakeld?
Zit de stekker in het stopcontact?
Is er sprake van een stroomstoring?
Is het luchtfilter verstopt door stof?
Is de ingestelde temperatuur correct?
Staan de horizontale luchtdeflectors in de juiste positie voor de
geselecteerde werkingsmodus?
Zijn de luchtinlaten of luchtuitlaten van de binnen- en buitenunits
geblokkeerd?
Is de ventilatorsnelheid ingesteld op LAAG of STIL?
<Bij starten werkingsmodus>
De unit bereidt zich voor om warme lucht te blazen. Even geduld a.u.b.
<In bedrijf>
De buitenunit wordt ontdooid. Even geduld a.u.b.
Wanneer de stroomsnelheid wordt aangepast, hoort u het geluid van koelmiddel
dat door de leiding stroomt of het ventielgeluid.
Geluid dat wordt gemaakt wanneer de unit uitzet of krimpt als gevolg van
temperatuurwijzigingen.
Geluid dat wordt gemaakt wanneer het toerental van de ventilator van de
binnenunit wijzigt, bijvoorbeeld wanneer de unit in werking treedt.
Geluid dat het gemotoriseerde ventiel maakt bij inschakeling van de unit.
CONTROLEER DE VOLGENDE PUNTEN
– 89 –