3.
Duw de helmadapter met de zelfklevende strip gelijkmatig vast tegen de helm.
AFBEELDING 12 //
Voorbeeld: recht en gebogen montagevlak
4.
Controleer of de helmadapter correct tegen de helm aan ligt. Bevestig daarvoor de
DVISION-module met de magneten aan de helmadapter.
De DVISION-module moet volledig tegen de helmadapter aan liggen (AFBEELDING 12/1). Tussen
de DVISION-module en de helmadapter mag geen spleet zichtbaar zijn (AFBEELDING 12/2a).
Een lichte kromming van het montagevlak kan met de zelfklevende strip worden gecompenseerd
(AFBEELDING 12/1a).
Positie van de helmadapter controleren
5.
Klap het zonnevizier omlaag om te controleren of het zonnevizier tegen de helmadapter of de
DVISION-module botst.
6.
Zet de helm op zoals je dat normaal doet.
7.
Bevestig de DVISION-module met de magneten aan de helmadapter en klap het display in een
hoek van 45° omlaag.
Het display moet zich goed zichtbaar voor je rechteroog bevinden.
8.
Druk op de bedieningsknop op de DVISION-module om het apparaat in te schakelen.
Er verschijnt een weergave op het display.
INFO
Als het montagevlak gebogen is en de helmadapter niet correct tegen
het montagevlak aan ligt, kies dan voor de bevestigingsvariant met
Sugru (hoofdstuk 3.6 op pagina 232).
M O N TAG E I N D E H E LM
1a
1
2
2a
NL
NL
230