Tijdens gebruik
De machine starten
1.
Zorg ervoor dat het accupack opgeladen is en
gemonteerd is in de machine; zie
monteren (bladz.
2.
Steek de veiligheidssleutel in de machine
(Figuur
10).
Figuur 10
3.
Druk op de aan/uit-knop in het midden van
de bovenste handgreep om de machine in te
schakelen.
4.
Knijp de hendels voor de maaimesbediening in
om de machine te starten.
Figuur 11
Het accupack
12).
De zelfaandrijving
gebruiken
Uitsluitend model 21844/T
•
Om de zelfaandrijvingsnelheid af te stellen,
moet u de snelheidsregeling afstellen
12).
•
Om de zelfaandrijving in te schakelen, trekt u
de zelfaandrijvingshendels tegen de handgreep
en houdt u ze in deze positie
•
Om de zelfaandrijving uit te schakelen, laat u
de hendels van de zelfaandrijving los.
Opmerking:
de snelheidsregeling naar links; om de snelheid te
verhogen, zet u de snelheidsregeling naar rechts.
g344530
1. Snelheidsregeling van zelfaandrijving
2. MAX-knop
3. Hendels voor zelfaandrijving
Het mestoerental afstellen
Deze machine heeft 2 instellingen voor het
mestoerental: R
•
Wanneer het mestoerental is ingesteld op
R
, wordt het automatisch afgesteld
UNSMART
voor een grotere efficiëntie. Wijzigingen in de
maaiomstandigheden worden gedetecteerd en het
mestoerental verhoogt wanneer dit nodig is om
een goede maaikwaliteit te behouden.
•
Wanneer het mestoerental is ingesteld op M
g341398
blijft het mestoerental altijd op het hoogste
toerental.
Druk op de M
AX
machine in te stellen op het M
(Figuur
12).
14
(Figuur
Om de rijsnelheid te verlagen, zet u
Figuur 12
en M
.
UNSMART
AX
-knop onder de Aan-knop om de
AXIMALE
(Figuur
12).
g342174
,
AX
toerental