BLUETOOTH®
Een Bluetooth apparaat voor het eerst koppelen en verbinden
1
Druk op
om het toestel in te schakelen.
2
Zoek de modelnaam van dit toestel (KDC-X7
het Bluetooth apparaat.
"PAIRING" "PASS XXXXXX" Naam van toestel "PRESS" "VOLUME KNOB" verschijnt op
het display.
• Met bepaalde Bluetooth apparaten moet u mogelijk direct na het zoeken de PIN-code
(persoonlijk identificatienummer) invoeren.
3
Druk op de volumeknop om het koppelen te starten.
"PAIRING OK" verschijnt wanneer het koppelen is voltooid.
Nadat het koppelen eenmaal is uitgevoerd, wordt de Bluetooth verbinding automatisch
gemaakt.
•
De "BT1" en/of "BT2" indicator(s) licht(en) op het voorpaneel op.
•
Dit toestel ondersteunt Secure Simple Pairing (SSP).
•
U kunt in totaal maximaal vijf apparaten registreren (koppelen).
•
Nadat het koppelen is voltooid, blijft het Bluetooth apparaat geregistreerd in het toestel,
zelfs wanneer u het toestel terugstelt. Voor het wissen van een gekoppeld apparaat,
[DEVICE DELETE]
.
•
Tegelijkertijd kunnen er maximaal twee Bluetooth telefoons en één Bluetooth audio-apparaat
worden verbonden.
Tijdens de BT AUDIO bron, kunt u echter vijf Bluetooth audio-apparaten verbinden en tussen
deze vijf apparaten schakelen.
( 17)
•
Bepaalde Bluetooth apparaten worden niet automatisch na het koppelen met het toestel
verbonden. Verbind het apparaat dan handmatig met het toestel.
•
Zie de handleiding van het Bluetooth apparaat voor meer informatie.
Automatisch koppelen
Wanneer u een iPhone/iPod touch/Android apparaat verbindt met de USB-ingangsaansluiting,
wordt automatisch een verzoek voor het koppelen (via Bluetooth) geactiveerd.
Druk éénmaal op de volumknop om te koppelen nadat u de apparaatnaam heeft
bevestigd.
Het verzoek voor automatisch koppelen wordt alleen geactiveerd indien:
–
De Bluetooth functie van het aangesloten apparaat is ingeschakeld.
– [AUTO PAIRING]
op
[ON]
is gesteld.
–
De KENWOOD MUSIC PLAY app is op het Android apparaat geïnstalleerd
[BROWSE MODE]
is gekozen.
( 11)
***
DAB) op en selecteer het met
( 17)
Een ander apparaat met One-touch (NFC) verbinden
Near Field Communication (NFC) maakt kort-bereik draadloze communicatie
mogelijk tussen het toestel en andere externe apparatuur als bijvoorbeeld
smartphones.
Door een NFC-compatibel ander apparaat bij de N-markering op dit toestel
te houden (rechterkant van het paneel), worden dit toestel en het andere
apparaat aan elkaar gekoppeld en wordt automatisch een BLUETOOTH
verbinding gemaakt.
1
Activeer de NFC-functie op het andere apparaat.
Zie tevens de handleiding van het andere apparaat voor meer informatie.
2
Houd het andere apparaat bij de N-markering op het toestel
(rechterkant van het paneel).
Het apparaat trilt wanneer het koppelen is voltooid.
16,
•
Afhankelijk van het type externe apparatuur is de sterkte van het NFC-
signaal verschillend. Voor een sterker NFC-signaal, moet de gebruiker de
positie van de NFC-antenne van de externe apparatuur kennen en de NFC-
antenne met het NFC-logo aantikken.
•
Houd het andere apparaat voor het verbreken van de verbinding weer even
bij de N-markering op het toestel.
•
Dit toestel kan tegelijkertijd slechts één NFC-compatibel apparaat
herkennen.
( 10)
en
13
NEDERLANDS