Bij werkzaamheden met de machine dient u altijd
een veiligheidsbril te dragen. Veiligheidskleding
zoals stofmasker, veiligheidshandschoenen,
stevig en slipvast schoeisel, helm en gehoorbe-
scherming worden aanbevolen. Draag lang haar in
een haarnet. Werkhandschoenen en stofkapje voor de
mond worden aanbevolen.
Let erop dat andere personen zich op een veilige
afstand bevinden van de plaats waar u werkt.
Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet
persoonlijke beschermende uitrusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetge-
reedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
Gebruik geen beschadigde doorslijpschijven. Contro-
leer de doorslijpschijf vóór elk gebruik op afsplinte-
ringen en scheuren en de slijpschotel op scheuren,
slijtage of ernstige gebruikssporen.
De gereedschappen moeten in een geschikte
houder vervoerd en bewaard worden;
Waarschuwing! Bescherminrichting van de machine
beslist gebruiken. Verwijder de transparante bescher-
mkap niet zelf. Indien de beschermkap is beschadigd,
deze door een geautoriseerd service station laten
vervangen.
Het is streng verboden de aan de machine aange-
brachte veiligheidsinrichtingen te demonteren, het
gebruiksdoel te veranderen of vreemde bescher-
mingsinrichtingen aan te brengen.
Waarschuwing! Gebruik geen zaagbladen.
Waarschuwing! De flensmoer moet vóór de
ingebruikname van de machine aangetrokken zijn.
Controleer de doorslijpschijven vóór het gebruik. De
doorslijpschijf moet correct gemonteerd zijn en goed
kunnen draaien. Laat de machine minstens 30 se-
conden onder nullast proefdraaien. Beschadigde, uit
balans rakende of trillende doorslijpschijven mogen
niet meer worden gebruikt.
Machine onmiddellijk controleren als sterke trillingen
optreden of andere gebreken worden vastgesteld.
Controleer de machine om de oorzaak vast te stellen.
Niet aan de draaiende delen komen. Spanen of
splinters mogen bij draaiende machine niet worden
verwijderd.
De buitendiameter en de dikte van het inzetge-
reedschap moeten overeenkomen met de maatgege-
vens van het elektrische gereedschap.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor
vloeibare koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmiddelen kan tot een
elektrische schok leiden.
Waarschuwing! Gebruik het elektrische werktuig niet
in een explosiegevaarlijke omgeving waarin zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden.
Elektrische werktuigen geven vonken af die stof of
dampen doen ontsteken.
Waarschuwing! Na het uitschakelen komt de ma-
chine niet onmiddellijk tot stilstand (naloop van de
doorslijpschijf). Wacht tot de doorslijpschijf na het
uitschakelen tot stilstand komt.
Waarborg dat de machine altijd veilig staat (bijv. op
de werkbank bevestigen).
Schakel het apparaat onmiddellijk uit wanneer het
blokkeert.
Gebruik het beveiligingsmechanisme niet om de
zaagmachine te transporteren en/of op te tillen.
Netaansluiting
Het gebruik is slechts met een foutstroomschakelaar
(RCD max. foutstroom van 30 mA) toegestaan.
Uitsluitend op éénfase-wisselstroom en uitsluitend op
de op het typeplaatje aangegeven netspanning aans-
luiten. Aansluiting is ook mogelijk op een stekerdoos
zonder aardcontact mogelijk, omdat het is ontwerpen
volgens veiligheidsklasse II.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Inschakeling veroorzaakt een kortdurende span-
ningsdaling. Bij ongunstige voorwaarden van het
stroomnet kunnen nadelige gevolgen voor andere
machines of apparaten optreden. Bij netimpedanties
van minder dan 0,2 ohm treden waarschijnlijk geen
storingen op.
Onderhoud
Voor het uitvoeren van willekeurige werk-
zaamheden aan het apparaat de stekker
uit het stopcontact nemen.
Voer voor elk gebruik een visuele controle uit.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als het
beschadigd is of de beschermingsinrichtingen defect
zijn. Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als het
beschadigd is of de beschermingsinrichtingen defect
zijn. Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Reparaties en werkzaamheden, die niet in deze
aanwijzing worden beschreven, enkel door gekwalifi-
ceerd personeel laten uitvoeren.
Gebruik alléén origineel toebehoren en originele
onderdelen.
De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke
ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
De machine, in het bijzonder de luchtsleuven, altijd
goed schoon houden. Nooit water op het apparaat-
lichaam spuiten!
Gebruik een zachte borstel.
Kunststoffen niet met oplosmiddelen, ontvlambare of
giftige vloeistoffen schoonmaken. Voor het schoon-
maken een vochtig doekje gebruiken.
Behandel alle beweegbare onderdelen met milieuvri-
endelijke olie.
Enkel een regelmatig onderhouden en een goed
verzorgd apparaat kan een tot tevredenheid werkend
hulpmiddel zijn. Onderhoudsen verzorgingsfouten
kunnen tot onvoorziene ongevallen en letsels leiden.
Let op! Indien de aansluitkabel van dit apparaat wordt
beschadigd moet, om de omgeving niet in gevaar te
brengen, deze door de fabrikant, zijn servicedienst of
NEDERLANDS
33