Ombouwen boordsellassen (boordselsnoer)
Lasmondstuk (9) laten afkoelen (zie Bedieningshandleiding VARIANT T1, pagina 121, hoofdstuk 1.8).
De ombouw mag alleen bij koud lasmondstuk (9) plaatsvinden.
Hoofdschakelaar (3) uitschakelen.
230
Netsnoer (1) van het lichtnet scheiden.
400
• Demontage
Zie hoofdstuk Ombouwen zoomlassen.
• Montage
– Boordselgeleiding (46) op de aandrukrol (11) monteren
en met schroef (48) bevestigen.
– Aandrukrol (11) aanbrengen en tot de aanslag aanschuiven.
– Aandrukrol (11) met schroef (35) bevestigen.
– Neerdrukker voor zoom / boordsel (42) met schroef van
de omkeerrol (41) bevestigen (afb. G).
– Zoom-/ boordsel-aanbouwstuk (43) aanbrengen
(afb. H) en met schroef (40) bevestigen.
Instelling boordselzoomlassen (boordselsnoer)
• Basis-instelpositie, zoom- /boordsel-aanbouwstuk, zie hoofdstuk Instelling zoomlassen.
• Overlappingsinstelling, zoombreedte, zoom- /boordsel-aanbouwstuk, zie hoofdstuk Instelling zoomlassen.
• Neerdrukker zoom-/ boordsel-instelling, zie hoofdstuk Instelling zoomlassen.
• Boordselgeleiding instelling (afb. I)
– Schroef (47) losdraaien en door verschuiven de
breedte van de boordselsnoer instellen.
– Schroef (47) vastdraaien.
– Schroef (48) losdraaien en door verschuiven van
de boordselgeleiding (46) de afstand tot de
aandrukrol (11) instellen.
– Schroef (48) vastdraaien.
Testlas volgens lashandleiding van de materiaalfabrikant en volgens de nationale normen of
richtlijnen uitvoeren. Testlas controleren.
50
43
42
41
(afb. G)
(afb. I)
47
46
48
11
afstand aandrukrol tot
boorselgeleiding
47
48
46
42
41
40
43
(afb. H)
Boordselsnoerbreedte
11
48
boordselsnoer
35
11