Ontvanger opstellen
OPMERKING
De ontvanger raakt beschadigd, als deze continu aan vocht wordt blootgesteld.
Plaats de ontvanger beschermt tegen vocht.
Gebruik een veiligheidsafdekking.
E
• Positioneer de ontvanger op minimaal 2 meter van de vijverrand en zorg ervoor dat deze niet
overspoeld wordt.
• Bevestig deze met de grondpen in de grond of hang deze met 2 schroeven verticaal op.
– De ontvanger mag niet liggend worden gebruikt, alleen verticaal met de grondpenopname
onder.
Steek de netstekker nog niet in het stopcontact!
Ingebruikname
OPMERKING
Apparaat wordt onherstelbaar beschadigd als deze met een dimmer wordt gebruikt. Het bevat
gevoelige elektrische componenten.
Sluit het apparaat niet aan op een dimbare voeding.
OPMERKING
De pomp mag niet drooglopen. Anders wordt de pomp vernietigd.
Gebruik de pomp alleen, als deze ondergedompeld is.
Inschakelen/uitschakelen
• Inschakelen: Steek de netstekker in het stopcontact.
– Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
• Uitschakelen: Trek de netstekker uit het stopcontact.
Environmental Function Control (EFC)
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environ-
mental Function Control (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is on-
dergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren schakelt de pomp automatisch na 60 tot 120 seconden
uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspanning en laat de pomp doorstromen resp.
verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
NL
31