Apparaat gedompeld opstellen
Aansluiten
B
Steek de netstekker nog niet in het stopcontact!
Plaatsen van het apparaat
C
• Plaats de pomp horizontaal op een vaste ondergrond, vrij van modder.
• Zorg ervoor dat de pomp stabiel staat.
• Gebruik de pomp uitsluitend indien ze volledig onder water gedompeld is.
Met een trekkabel kunt u de pomp eenvoudig uit het water trekken.
− Trek de trekkabel door de ronde openingen aan de onderste filterschelp en knoop deze
vast.
Apparaat droog plaatsen
Informatie hieromtrent vindt u in de handleiding.
Ingebruikname
OPMERKING
Sluit de pomp nooit op een dimmer aan. Anders raakt de pomp defect.
OPMERKING
De pomp mag niet drooglopen. Anders wordt de pomp vernietigd.
Gebruik de pomp alleen, als deze ondergedompeld is.
Inschakelen/uitschakelen
• Inschakelen: Steek de netstekker in het stopcontact.
– Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
• Uitschakelen: Trek de netstekker uit het stopcontact.
Environmental Function Control (EFC)
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environ-
mental Function Control (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is on-
dergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren schakelt de pomp automatisch na 60 tot 120 seconden
uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspanning en laat de pomp doorstromen resp.
verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
22