4. Plaats de hendel voor de scheerlengte 4
aan de andere zijde erin. Let er daarbij op
dat de kleine doorn in de passende uit-
sparing wordt geplaatst.
5. Zet de 3 schotelveren op de langere
schroef en let op de richting van de wel-
ving:
– 1.: welving ten opzichte van de
)
schroefkop:
– 2.: uitsparing ten opzichte van de
(
schroefkop:
– 3.: welving ten opzichte van de
)
schroefkop:
6. Schroef de hendel voor de scheerlengte 4
met de langere schroef vast.
7. Schroef het schroefje aan de andere zijde
vast.
5 Bediening
5.1 Stroomaansluiting
GEVAAR van verwondingen door snijden
Het apparaat moet uitgeschakeld zijn (draaischakelaar 3 in stand 0),
voordat u de netadapter 9 in een stopcontact steekt.
• Steek de netadapter 9 in een stopcontact dat overeenkomt met
de gegevens op het typeplaatje van de netadapter. Het stopcon-
tact dient altijd goed bereikbaar te zijn.
5.2 In-/uitschakelen en snelheid regelen
Met de draaischakelaar 3 schakelt u de tondeuse 6 in twee snelhe-
den in en weer uit.
• Draai de draaischakelaar 3 naar één van de volgende standen:
Stand
Functie
0
uitgeschakeld
I
ingeschakeld, lage snelheid
II
ingeschakeld, hoge snelheid
• Door de snelheid te selecteren (stand I of II), past u de tondeuse 6
aan uw werkwijze en aan de haarstructuur van uw klant aan.
NEDERLANDS
79