Installatie van
leidingen
De aanzuiging van een pneuma-
tisch transport is afhankelijk van het
leiding systeem. Het is bovendien
van groot belang dat de leidingen
overeen stemmen met de lay-out.
Let erop dat de leidingverbindingen
dicht zijn. Lekkages verminderen
de zuigkracht.
Onderhoud
Smering
De motorlagers zijn vanuit de fa-
briek al gesmeerd maar moeten
Start/stop
Met de staploze regeling is het mo-
genlijk om alle toerentallen met de
ventilator te draaien. Daarom is het
mogenlijk om met elke gewenste
lucht kapaciteit te draaien
Verstelling is manueel of automa-
tisch met druksensor
( Extra optie) uitrustbaar.
De ventilator niet harder dan het
benodigde toerental laten lopen.
Let op energie besparing en onno-
dige belasting.
Een te hoog toerental geeft een te
hoge snelheid en eventuele be-
schadigingen aan het te transporte-
rende produkt.
De elektrische bedienings-
kast mag alleen geopend
worden door vakbekwaam
personeel.
22
All manuals and user guides at all-guides.com
periodiek gesmeerd worden. Na
iedere 1.000 bedrijfsuren dienen
beide lagers afgevuld te worden
met 20 gram vet. Het vet zal van
een hoogwaardige Lithium kwaliteit
dienen te zijn, NLGI klasse 2 of 3
met een temperatuur bereik van
-40°C tot +150 °C, e.g. Klüber-
synth BHP 72-102.
De waaier is direct op de motor
geplaatst, er is dus geen lager in de
ventilator.
Reiniging
Zorg altijd voor ongelimiteerde toe-
en afvoer van koellucht voor de
ventilator. Het inlaatrooster voor de
koeling van de motor moet schoon
gehouden worden.
Automatisch of
handbediening
Selecteer de gewenste aandrijving
met schakelaar 6S5 in de schakel-
kast.
Bij gebruik van een drukregelaar de
6S5 op AUTO schakelen, dit voor
automatische regeling met de Va-
con frequentie regelaar.
Indien geen gebruik wordt gemaakt
van een drukregelaar dan de 6S5
op MAN schakelen, dit voor manu-
ele bediening.
Deze instelling AUTO-MAN moet
alleen maar bij een eerste gebruik
van de ventilator worden ingesteld.
Handbediening
•
Start de ventilator door op knop
5S2 te drukken. Als de ventilator
loopt brand deze 5S2.
•
Stop de ventilator door op 5S2
te drukken.
•
De lucht snelheid verhogen
(toerental) door op 5S4 te druk-
ken.
De koellucht moet ongehinderd
door de openingen onder de venti-
lator weg kunnen.
De grijze zijpanelen van de venti-
lator ( met 2 schroeven vast gezet)
regelmatig wegnemen om de bin-
nenkant van het ventilatorhuis te
controleren op stof. Als de stoflaag
dikker is dan 0,5mm moet deze
gereinigd worden.
Hoe vaak dit moet gebeuren is van
de omstandigheden rond de venti-
lator afhankelijk.
Het inlaatrooster voor de koellucht
van de ventilator indien nodig rei-
nigen.
•
De lucht snelheid verminderen
(toerental) door op 5S4 te druk-
ken.
De actuele belasting in % wordt
aangegeven bij T2. Deze instel-
ling wordt bij een volgende opstart
onthouden.