De resterende acculading
controleren
► Fig.6: 1. Accu-indicatorlampje
Wanneer u de trekkerschakelaar inknijpt, geeft het
accu-indicatorlampje de resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
Uit
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.7: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Laad de accu
op.
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
Automatische toerentalwisselfunctie
► Fig.8: 1. Functie-indicatorlampje
Toestand van
functie-indicatorlampje
Dit gereedschap heeft een "hoog-toerentalfunctie" en een
"hoog-koppelfunctie". De bedrijfsfunctie wordt automatisch
veranderd aan de hand van de werkbelasting. Wanneer
tijdens gebruik het functie-indicatorlampje gaat branden,
staat het gereedschap in de hoog-koppelfunctie.
Aanslagpen
LET OP:
Houd altijd het handvat vast wanneer
u de aanslagpen ontgrendeld. Anders springt het
handvat omhoog en kan persoonlijk letsel ontstaan.
Om de aanslagpen te ontgrendelen, drukt u het handvat
iets omlaag en trekt u aan de aanslagpen.
► Fig.9: 1. Aanslagpen
Beschermkap
WAARSCHUWING:
nooit vast en verwijder nooit de beschermkap of
de veer die eraan is bevestigd. Een blootliggend
zaagblad als gevolg van een buiten werking gestelde
beschermkap kan tijdens gebruik leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
schap nooit wanneer de beschermkap of de veer
beschadigd, defect, of verwijderd is. Het gebruik
van het gereedschap met een beschadigde, defecte
of verwijderde beschermkap kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
LET OP:
Voor een veilig gebruik zorgt u
ervoor dat de beschermkap altijd goed werkt.
Stop het gebruik onmiddellijk als de bescherm-
kap zich abnormaal gedraagt. Controleer of de
veer goed werkt zodat de beschermkap goed
terugkeert.
► Fig.10: 1. Beschermkap
Wanneer het handvat omlaag wordt gebracht, gaat de bescherm-
kap automatisch omhoog. De beschermkap is veerbelast zodat zij
naar haar oorspronkelijke positie terugkeert wanneer het zagen
voltooid is en het handvat omhoog wordt gebracht.
Reinigen
► Fig.11: 1. Beschermkap
Als de doorzichtige beschermkap vuil is geworden of er
zaagsel aan kleeft zodat het zaagblad en/of het werk-
stuk niet meer goed zichtbaar is, verwijdert u de accu
en maakt u de beschermkap voorzichtig schoon met
een vochtige doek. Gebruik geen oplosmiddelen of een
schoonmaakmiddel op petroleumbasis op de kunststof-
fen beschermkap omdat hierdoor de beschermkap kan
worden beschadigd.
78 NEDERLANDS
Bedrijfsfunctie
Hoog-toerentalfunctie
Hoog-koppelfunctie
Zet de beschermkap
Gebruik het gereed-