– Werk in harde materialen (bijv. staal) met een kleine pen-
delbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van hout kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding J)
De voetplaat (7) kan voor verstekzagen tot 45° naar rechts
of links gedraaid worden.
De afdekkap (9) en het antisplinterplaatje (20) kunnen bij
verstekzagen niet gebruikt worden.
– Neem de afdekkap (9), het antisplinterplaatje (20) en de
glijvoet (19) weg.
– Trek het zaagbladdepot (18) uit de voetplaat (7).
– Draai de schroef (25) los en schuif de voetplaat (7) iets in
de richting van de afzuigaansluiting (6).
– Voor het instellen van nauwkeurige verstekhoeken heeft
de voetplaat rechts en links vastklikpunten bij 0°, 22,5°
en 45°. Draai de voetplaat (7) volgens de
verdeelschaal (24) in de gewenste positie. Andere ver-
stekhoeken kunt u met een hoekmeter instellen.
– Schuif daarna de voetplaat (7) tot aan de aanslag in de
richting van het zaagblad (11).
– Draai de schroef (25) weer vast.
Zaaglijncontrole bij het zagen van verstek
(zie afbeelding K)
Voor de zaaglijncontrole staan op het kijkvenster voor
Cut Control (12) één markering (26) voor het haaks zagen
met 0° en telkens één markering (27) voor het naar rechts of
links vallende verstekzagen met 45° volgens de verdeel-
schaal (24).
De zaagmarkering voor verstekhoeken tussen 0° en 45° volgt
evenredig. Deze kan op het kijkvenster voor Cut Control
(12) met een niet-permanente marker extra aangebracht en
gemakkelijk weer verwijderd worden.
Als u maatzuiver wilt werken, kunt het best eerst proefzagen.
Voetplaat verplaatsen (zie afbeelding J)
Voor dichtbij de rand zagen kunt u de voetplaat (7) naar ach-
ter verplaatsen.
Trek het zaagbladdepot (18) uit de voetplaat (7) of neem de
glijvoet (19) weg.
Draai de schroef (25) los en schuif de voetplaat (7) tot aan
de aanslag in de richting van de afzuigaansluiting (6).
Draai de schroef (25) weer vast.
Het zagen met een verplaatste voetplaat (7) is alleen moge-
lijk met een verstekhoek van 0°. Bovendien mogen de zaag-
lijncontrole Cut Control met de voet (10), de parallelgelei-
der met cirkelsnijder (29) (accessoire) evenals het antisplin-
terplaatje (20) niet gebruikt worden.
Ingebruikname
Accu plaatsen
Aanwijzing: Het gebruik van accu's die niet geschikt zijn
voor uw elektrische gereedschap, kan leiden tot verkeerd
functioneren of beschadiging van het elektrische gereed-
schap.
Bosch Power Tools
Schuif de opgeladen accu (4) in de accu-opname tot deze
voelbaar vastklikt en veilig vergrendeld is.
In- en uitschakelen
Voor het inschakelen van het elektrische gereedschap drukt
u eerst op de inschakelblokkering (1). Druk daarna op de
aan/uit-schakelaar (2) en houd deze ingedrukt.
De werklamp brandt bij iets of helemaal ingedrukte aan/uit-
schakelaar (2) en hiermee kan het werkbereik bij ongunstige
lichtomstandigheden verlicht worden.
Voor het uitschakelen van het elektrische gereedschap laat
u de aan/uit-schakelaar (2) los.
Aanwijzing: Om veiligheidsredenen kan de aan/uit-schake-
laar (2) niet vergrendeld worden, maar moet tijdens het ge-
bruik voortdurend ingedrukt blijven.
Aantal zaagbewegingen regelen
U kunt het aantal zaagbewegingen van het ingeschakelde
elektrische gereedschap traploos regelen naarmate u de
aan/uit-schakelaar (2) verder of minder ver indrukt.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (2) heeft een laag aan-
tal zaagbewegingen tot gevolg. Met toenemende druk wordt
het aantal zaagbewegingen groter.
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhankelijk van het
materiaal en de werkomstandigheden en kan proefsgewijs
vastgesteld worden.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegingen te ver-
minderen als het zaagblad op het werkstuk geplaatst wordt
en bij het zagen van kunststof en aluminium.
Bij langdurige werkzaamheden met een klein aantal zaagbe-
wegingen kan het elektrische gereedschap zeer heet wor-
den. Verwijder het zaagblad en laat het elektrische gereed-
schap ca. 3 minuten met het maximale aantal zaagbewegin-
gen lopen om het te laten afkoelen.
Temperatuurafhankelijke overbelastingsbeveiliging
Bij beoogd gebruik kan het elektrische gereedschap niet
overbelast worden. Bij te sterke belasting of het verlaten van
het toegestane accutemperatuurbereik wordt het toerental
gereduceerd of het elektrische gereedschap schakelt uit. Bij
gereduceerd toerental loopt het elektrische gereedschap
pas na het bereiken van de toegestane accutemperatuur of
bij verminderde belasting opnieuw met maximaal toerental.
Bij automatische uitschakeling schakelt u het elektrische ge-
reedschap uit, laat u de accu afkoelen en schakelt u het elek-
trische gereedschap weer in.
De 3 LED's van de accu-oplaadaanduiding (3) knipperen
snel, wanneer de temperatuur van de accu zich buiten het
werktemperatuurbereik van −20 tot +50 °C bevindt en/of de
overbelastingsbeveiliging is geactiveerd.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Neem vóór alle werkzaamheden aan het elektrische
u
gereedschap (zoals het uitvoeren van onderhoud of
het wisselen van inzetgereedschappen e.d.) en vóór
het vervoeren en opbergen altijd de accu uit het elek-
trische gereedschap. Bij per ongeluk bedienen van de
aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
Nederlands | 59
1 609 92A 5Y0 | (27.05.2021)