Blaupunkt Kingston DJ CDC-A05 Instrucciones De Montaje página 10

Autoradio
Om kunden önskar att bilstereon skall kopplas över bilens tändlås måste
ett relå (Bosch art.nr. 0 332 014 125) användar.
Direktplusanslutning (Battery +12 V)
För en oklanderlig funktion måste bilstereoapparater med elektroniskt
minne anslutas till direktplus med hjälp av ledningen och klämman
(medlevereras bilstereon).
Styrledning (Power Antenna +)
Vid anslutning av en helautomatisk motorantenn skall styrledningen från
motorantennen sättas fast med kabelklämman vid styrledningen.
Rätt till ändringar förbehålles
Veiligheidsvoorschriften
Inbouw en aansluiting
Vóór het inbouwen en aansluiten van het toestel dient men de minpol van
de accu los te koppelen.
Let er op, dat bij het boren van gaten geen voertuigdelen (accu, kabels,
zekeringenkast) worden beschadigd.
De diameter van de pluskabel en de sterkte van de zekering van het
toestel zijn afhankelijk van de stroomopname door de apparatuur die is
aangesloten. Lees eerst de aanwijzingen van de toestelspecifieke
inbouwinstructie.
De doorsnede van de pluskabel mag minmaal 2,5 mm
toestel is beveiligd met een standaard 10 A glaszekering.
Zijkant autoradiobehuizing wordt in gebruik zeer heet.
Let er daarom op, dat geen kabels tegen de behuizing liggen.
Attentie:
De bij deze autoradio meegeleverde houder maakt inbouw mogelijk in
automobielen met een volgens DIN aangebrachte autoradio-uitsparing
van 182 x 53 mm, een inbouwruimte van 165 mm en een dikte van de
dashboardwand bij de bevestigingslippen van 1 - 20 mm (zie fig. 1).
Voor voertuigen met een afwijkende inbouwsituatie levert Blaupunkt
voor de meest voorkommende typen voertuigspecifieke inbouwsets
voor 50/52 mm.
Let er dan ook op, of uw auto voor het bijgevoegde montagemateriaal
geschikt is en gebruik anders een inbowset, die speciaal daarvoor is
bestemd, b.v. VW Golf II/Jetta II: 7 608 3824 73.
Bij gebruik van inbouwsets voor 52 mm toestellen zijn 4 vulplaatjes
bestelnummer 8 601 055 056 nodig (fig. 1a).
Voorbereiding autoradio-inbouw
De autoradio wordt in de reeds door de fabriek aangebrachte montage-
opening ingebouwd.
Montage-opening vrijmaken door eventueel opbergvakje of afdekplaat
de verwijderen; eventueel montage-opening bijwerken tot de afmetingen
182 x 53 mm zijn bereikt.
Achter de uitsparing voor de autoradio tasten en nagaan, welke
bevestigingslippen van de houder kunnen worden omgebogen.
Attentie: zo mogelijk alle bevestigingslippen ombuigen.
Houder in de uitsparing plaatsen en de bevestigingslippen met een
schroevedraaier ombuigen (fig. 1 en 2).
Aansluiting
Den met de CD-wisselaar meegeleverde adapterkabel gebruiken of
aansluitblock .
Aansluitschema ............................................................................ fig. 4
Aansluitinstructies ......................................................................... fig. 5
Aansluiting equalizer- en amplifier ................................................ fig. 6
Aansluiting CD-Player ................................................................... fig. 7
per. +12V
+12V
NL
2
bedragen. Het
Luidsprekeraansluiting:
4 luidsprekers (4 Ω/20 W) ............................................................. fig. 8
Belangrijke opmerking!
Bij niet-inachtneming bestaat gevaar voor beschadiging vande
eindtrappen.
Luidsprekeruitgangen niet op massa aansluiten!
Aansluitning bij voertuigen die reeds in de fabriek zijn voorzien
van een anti-diefstalslede
Bij voetuigen, die af fabriek van een anti-diefstalslede zijn voorzien (op
dit moment Opel), moet de fabrieksslede worden uitgebouwd.
Montage van de autoradio
Autoradio van voren in de houder plaatsen en inschuiven tot de veren
aan de rechter en linker zijkant vastklemmen (dit is duidelijk hoorbaar).
Autoradio-Uitbouw
Beugels links en rechts in de gaten van het paneel schuiven en zover
naar binnen drukken, totdat een duidelijk klik hoorbaar is (de veren aan
de zijkant zijn nu ontgrendeld).
Toestel dan aan de twee beugels naar buiten trekken, zie fig. 3.
Opmerking
Als de beugels eenmaal vastzitten kunnen zij slechts worden verwijderd,
als het toestel helemaal naar buiten is getrokken.
Anti-diefstalslede
Gebruik de toestelspecifieke anti-diefstalslede.
Aansluitinstructies, fig. 5
Aardekabel (Ground)
Massakabel niet aan de minpool van de accu vastklemmen.
Aardekabel
aan
daartoe
(carrosserieschroef, carrosserieplaatwerk) en afhankelijk van de ligging
van dit aardepunt inkorten.
Isolatie aan het einde van de aardekabel verwijderen en de kabelschoen
aansluiten (eventueel vastsolderen).
Kontaktvlak van het aardepunt blank krabben en met grafietvet insmeren
(belangrijk voor een goede aardeverbinding).
Aardekabel vastschroeven.
Pluskabel (ACC +12 V)
(ignition)
ACC-pluskabel van het voertuig niet gebruiken.
Pluskabel (rood) met forse doorsnede (2,5 mm2) direct naar accu
trekken (kabel niet direct langs kabelbomen aanbrengen). Zekeringhouder
als beveiling in de pluskabel opnemen en op de pluspool van de accu
vastklemmen (eventueel tussenwand doorboren en passende
doorvoertule gebruiken).
Opmerking:
Desgewenst kan bij schakeling van de installatie via het contactslot de
van de fabriek uit aangebrachte pluskabel op een relais (bestelnr.
0 332 014 125) worden aangesloten.
Aansluiten van constante plus
(Battery +12 V)
Constante plusaansluiting met kabel en kabelklem aan een gezekerde
constante pluskabel (bijv. tijdklokje, knipperlichtschakelaar) aansluiten.
Besturingskabel (Power Antenne +)
Als een volautomatische motorantenne is aangesloten moet de
besturingskabel voor de motorantenne m.b.v. de kabelklem aan de
besturingskabel worden aangesloten.
Wijzigingen voorbehouden
geschikt
aardepunt
aansluiten
+12V
per. +12V
+12V
loading

Este manual también es adecuado para:

7 644 932 019