WIG-lassen
Lasstroom .......................................... 30 – 170 A
Inschakelduur X
30% .......................................................... 170 A
60% .......................................................... 110 A
100% .......................................................... 82 A
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
Gevaar!
Dit elektrisch gereedschap verwekt tijdens het
bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan
onder bepaalde omstandigheden nadelige ge-
volgen hebben voor actieve of passieve medische
implantaten Om het risico van ernstige of dodeli-
jke letsels te verminderen raden wij personen met
medische implantaten aan hun arts en de fabri-
kant van het medische implantaat te consulteren
voordat de machine wordt bediend.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Aansluiting van de laskabels (fi g. 4)
Gevaar! Voer de aansluitwerkzaamheden van de
laskabels (8/9) alleen dan uit, als het apparaat
geïsoleerd is van de voeding!
Sluit de laskabels aan, zoals getoond in fi g. 4.
Verbind hiertoe de beide stekkers van de elektro-
dehouder (8) en de massaklem (9) met de bijho-
rende snelkoppelingen (5/6) en zet de stekkers
vast door ze met de klok mee te draaien.
Bij het lassen met omhulde staafelektroden wordt
de kabel met de elektrodehouder (8) normaal
gezien aangesloten aan de pluspool (5), de kabel
met de massaklem (9) op de minpool (6).
Anl_TC_IW_170_SPK2.indb 38
Anl_TC_IW_170_SPK2.indb 38
NL
In-/uitschakelen (fi g. 2/3)
Schakel het apparaat in door de Aan/Uit-scha-
kelaar (11) op "ON" te zetten. Het controlelampje
voor bedrijf (3) begint te branden. Schakel het
apparaat uit door de Aan/Uit-schakelaar (11) op
"OFF" te zetten. Het controlelampje voor bedrijf
(3) dooft.
Opgelet! Voordat u het apparaat inschakelt,
moet u echter controleren of de omschakelaar
elektroden-/WIG-lassen (12) is ingesteld op elek-
trodenlassen.
Lasvoorbereidingen
De massaklem (9) wordt rechtstreeks vastge-
maakt aan het te lassen stuk of aan de onderlaag,
waarop het te lassen stuk is neergezet.
Let op, zorg ervoor dat er een rechtstreeks con-
tact bestaat met het te lassen stuk. Mijd daarom
gelakte oppervlakken en/of isolerende stoff en.
De elektrodenhouderkabel heeft aan het uiteinde
een speciale klem, waarmee de elektrode wordt
vastgeklemd.
Het lasschild moet tijdens het lassen altijd worden
gebruikt. Het beschermt de ogen tegen de door
de lichtboog veroorzaakte lichtstraling, en staat
toch toe om het te lassen materiaal te bekijken
(niet meegeleverd).
6. Bediening
Lassen
Nadat u alle elektrische aansluitingen voor de
stroomtoevoer en voor de lasstroomkring heeft
gemaakt, kunt u als volgt te werk gaan:
De meeste mantelelektroden worden aangeslo-
ten aan de pluspool. Er zijn echter enkele soorten
elektroden die aan de minpool worden aangeslo-
ten. Volg de opgaven van de fabrikant betreff ende
het soort elektrode en de juiste polariteit.
Schuif het niet ommantelde uiteinde van de
elektrode in de elektrodehouder (8) en verbind
de massaklem (9) met het te lassen stuk. Let
er daarbij op dat er een goed elektrisch contact
bestaat.
Schakel het apparaat in met de Aan/Uit-scha-
kelaar (11) en stel de lasstroom in met de potenti-
ometer voor de instelling van de lasstroom (1). Al
naargelang de elektrode die men wilt gebruiken.
Houd het lasschild voor het gezicht en wrijf de
elektrodepunt zo op het te lassen stuk, dat u een
beweging uitvoert zoals bij het aanstrijken van
een lucifer. Dit is de beste methode om de lichtb-
- 38 -
10.01.2017 14:29:38
10.01.2017 14:29:38