10.Het resultaat, inclusief de systolische AM en de diastolische AN
bloeddruk en de hartslagfrequentie AO wordt weergegeven. Raad-
pleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in
het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M» AS
in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop 2, dan
wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel hoog is,
kan het gunstig zijn de druk individueel in te stellen. Druk op
de AAN/UIT knop nadat de monitor is opgepompt tot een
niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de display). Hou
de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg boven de
verwachte waarde – laat dan de knop los.
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in
AFIB/MAM modus)
Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AF) op te sporen. Dit
symbool BK geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd
tijdens de metingen. Lees de volgende paragraaf voor informatie
over het raadplegen van uw arts.
Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van
het AFIB symbool
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmo-
nitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie regis-
treert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd.
Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien
atriumfibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB symbool
in het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige
meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie te
herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het
display, adviseren wij u medisch advies in te winnen.
Indien het AFIB symbool wordt weergegeven in het scherm van
de bloeddrukmonitor, is het een indicatie voor een mogelijke
aanwezigheid van atriumfibrilleren. Echter, de diagnose atrium-
fibrilleren kan enkel worden gesteld door een cardioloog met
behulp van een ECG interpretatie.
54
Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voor-
komen.
Personen met een pacemaker of defibrillator (ICD) is het
mogelijk dat er geen of foutief atriumfibrilleren wordt gede-
tecteerd met dit apparaat.
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken aan de linkerkant van het display BN toont de range
waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen
waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of
gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan.
Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen
(aan ESH, AHA, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.».
7. PC-link functies
De bloeddrukmonitor kan worden aangesloten op een personal
computer (PC) door middel van de Microlife Blood Pressure Analyzer
Software en USB-kabel. Het geheugen kan dan worden uitgelezen.
Wanneer er geen CD-rom of USB-kabel is bijgeleverd, kunt u de
software downloaden via onze site www.microlife.nl en een Mini-
B-5 pin connector USB-kabel gebruiken / bestellen.
Installatie en data transmissie
1. Doe CD in uw CD/DVD speler van uw PC. De installatie start dan
automatisch. Indien dit niet gebeurt, opent u «SETUP.EXE».
2. Sluit de bijgeleverde kabel pas aan als u de software heeft geïn-
stalleerd of de software daarom vraagt. Het is niet nodig om de
bloeddrukmonitor aan te zetten. 3 horizontale streepjes
verschijnen op het scherm en blijven daar voor 3 seconden.
3. De streepjes zullen gaan knipperen als teken dat de verbinding
tussen de bloeddrukmonitor en PC is geslaagd. Zolang de
kabel is aangesloten zullen de streepjes blijven knipperen en de
toetsen van de bloeddrukmonitor functioneren niet.
Gedurende de verbinding, is de bloeddrukmonitor volledig
gecontroleerd door de computer. Voor meer hulp adviseren
wij u de help knop van de software instructie op uw
computer te raadplegen.
8. Geheugenopslag
Dit apparaat slaat de laatste 200 meetwaarden op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk op de M-knop 2, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De
weergave toont eerst «M» AS en «A», wat staat voor het gemid-
delde van alle opgeslagen waarden.