Anleitung_BG_RT_7530_SPK2:_
NL
5. Vóór inbedrijfstelling
Montage (fig. 4-11)
Leg de motoreenheid en de schuifbeugels achter
elkaar op de grond (fig. 4).
Let op! Vergeet niet de kabeltrekontlastingsklem
(fig. 6, pos. 5) over de onderste schuifbeugel te
schuiven.
Schuif de onderste schuifbeugel op de
schuifbeugelhouder en schroef die vast (fig. 5).
Schroef dan de bovenste schuifbeugel op de
onderste vast (fig. 6).
Breng de tweehandsveiligheidsschakelaar aan
zoals getoond in fig. 7-10.
Maak de kabel vast met behulp van de bijgaande
kabelbevestigingsclips (fig. 11, pos. A).
Stroomaansluiting
Het gereedschap kan worden aangesloten op elk
stopcontact van het lichtnet (met 220 V
wisselstroom). Er is echter slechts één
veiligheidsstopcontact toegestaan die door een
leidingveiligheidsschakelaar voor 16 A moet worden
beveiligd. Bovendien dient een aardlekschakelaar
(RCD) met max. 30 mA opwaarts te zijn geïnstalleerd!
Aansluitkabel van het gereedschap
Gebruik voor het gereedschap enkel intacte
aansluitkabels. De aansluitkabel van het
gereedschap mag niet willekeurig lang zijn (max.
50m) omdat anders het vermogen van de elektrische
motor vermindert. De aansluitkabel van het
gereedschap moet een dwarsdoorsnede van 3 x
1,5mm
2
hebben. Op aansluitkabels doen zich
bijzonder vaak beschadigingen van de isolatie voor.
Oorzaken daarvoor zijn o.a.:
-
scheuren door veroudering van de isolatie
-
knikplaatsen door onoordeelkundig vastmaken of
leiden van de aansluitkabel
Dergelijke defecte aansluitkabels worden gebruikt
ofschoon ze levensgevaarlijk zijn op grond van de
beschadigde isolatie. Kabels, stekkers en
stopcontacten moeten voldoen aan de hieronder
vermelde voorwaarden. Kabels voor het aansluiten
van bodemfrezen moeten voorzien zijn van een
rubberisolatie.
22
29.10.2010
7:25 Uhr
Seite 22
De aansluitkabels moeten minstens van het type
H05RN-F en drieaderig zijn. De benaming van het
type moet op de aansluitkabel van het gereedschap
gedrukt staan. Koop enkel gekenmerkte
aansluitkabels! Stekkers en koppelingen van
aansluitkabels moeten van rubber zijn en
spatwaterdicht zijn. De aansluitkabels mogen niet
willekeurig lang zijn. Voor langere aansluitkabels zijn
geleiders met een grotere doorsnede vereist.
Aansluit- en verbindingskabels moeten regelmatig op
schade worden gecontroleerd. Let er op dat de
kabels tijdens de controle stroomloos zijn. Wind de
aansluitkabel van het gereedschap helemaal af.
Controleer ook de invoeringen van de aansluitkabel,
op stekkers en koppelingen, op knikplaatsen.
6. Bediening
6.1 Inbedrijfstelling
Sluit de aansluitkabel van de bodemfrees aan op de
stekker (fig. 12, pos. 1) en beveilig de aansluitkabel
d.m.v. de trekontlastingsklem (fig. 12, pos. 2).
Let op! Om het ongewild aanzetten van het
gereedschap te voorkomen, is de schuifbeugel
voorzien van een tweepuntsschakelaar (fig. 13, pos.
2) die moet worden ingedrukt voordat de
schakelhendel (fig. 13, pos. 3) kan worden ingedrukt.
Als u de schakelhendel loslaat, wordt het
gereedschap meteen uitgeschakeld. Voer deze
procedure meermaals uit om er zeker van te zijn dat
uw gereedschap naar behoren werkt. Voordat u een
herstelling of onderhoudswerkzaamheid op het
gereedschap verricht dient u er zich van te
vergewissen dat de freesmessen niet draaien en het
gereedschap gescheiden is van het net.
De door de geleidestelen vastgelegde
veiligheidsafstand tussen het gereedschap en de
gebruiker dient steeds in acht te worden genomen. Bij
het veranderen van de bewerkingsrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk te
gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen met
slipvaste zolen met stroef profiel en een lange broek.
Werk steeds dwars over de helling.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen
en trekken van het gereedschap, struikelgevaar!