Benaming en functie van de onderdelen
Hoofdtoestel
Hoofdtoestel
Bedieningspaneel op het
hoofdtoestel
DISPLAY
STANDBY/ON
MENU
/ SET
6
7
8
Hoofdtoestel
1
Display-standaarden
2
Sensor afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op deze sensor om het
toestel te kunnen bedienen.
3
Omgevingslichtsensor
Deze sensor meet de hoeveelheid licht in de kamer;
de sensor is ingeschakeld wanneer de [ENERGY
SAVE] optie is ingesteld op [AUTO].
4
STANDBY/ON indicator
Wanneer het toestel ingeschakeld is:
De indicator licht groen op.
Wanneer de indicator knippert, geeft deze een
bepaalde foutmelding aan.
De indicator knippert eenmaal per seconde wanneer
de [POWER MGT.] functie in werking is.
Wanneer het toestel in de ruststand staat:
De indicator licht rood op.
Wanneer de indicator knippert, geeft deze een
bepaalde foutmelding aan.
5
Handgrepen
4
Du
INPUT SCREEN SIZE
– VOL +
9
0
-
1
5
Bedieningspaneel op het hoofdtoestel
6
STANDBY/ON toets ( )
Druk hierop om het display aan of uit (standby) te
zetten.
7
MENU toets
Druk hierop om het in-beeld menuscherm te openen
of te sluiten.
8
DISPLAY/SET toets
Gebruik deze toets om een in het beeldschermmenu
gemaakte selectie te bevestigen en om instellingen te
wijzigen.
Wanneer de toets niet gebruikt wordt voor de
beeldschermmenu's kunt u de huidige status van het
toestel ermee oproepen.
9
INPUT (') toets
Gebruik deze toets om de signaalbron te kiezen,
behalve wanneer het menuscherm wordt
weergegeven.
0
SCREEN SIZE (') toets
Gebruik deze toets om het schermformaat te
veranderen, behalve wanneer het menuscherm wordt
weergegeven.
-
VOL +/– (}/]) toetsen
Wanneer deze toetsen niet gebruikt worden voor de
beeldschermmenu's kunt u het volume ermee
instellen.
2
STANDBY
ON
3 4