de stand "0", om de schakelaar te bedienen .
Zo vermijdt u luide schakelploppen . Bovendien
mag bij ingeschakelde fantoomvoeding geen
microfoon (of andere signaalbron) met ongeba-
lanceerde signaaluitgang aangesloten zijn, omdat
deze beschadigd kan worden .
32 Afdekplaat, wordt bij de inbouw van som-
mige plug-inmodules vervangen door een
aansluitplaat
33 alleen PA-6010Z: volumeregelaar voor de
extra 60 W-versterker die alleen bij aan-
kondigingen via een commandomicrofoon
PA-2400RC werkzaam is, als hierop minder
dan drie zones zijn geselecteerd
34 jack voor de aansluiting van de com-
mandomicrofoon PA-2400RC
35 jack voor de aansluiting van de tafelmicro-
foon PA-4300PTT
Opmerking: De tafelmicrofoon maakt gebruikt
van het ingangskanaal CH 1 . De fantoomvoeding
voor ingang CH 1 moet zijn ingeschakeld en op
de ingangsbus CH 1 mag niets zijn aangesloten .
36 DIP-schakelaars PRIORITY voor het instellen
van de voorrang voor de ingangskanalen
CH 1– CH 3:
1.2 Tafelmicrofoon PA-4300PTT
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
37 DIP-schakelaars CHIME;
in de stand ON weerklinkt meteen een
gongsignaal bij het indrukken van de
spreektoets TALK (43)
38 DIP-schakelaars PRIORITY;
OFF: Er is een aankondiging hoorbaar in
de PA-zones die op de versterker zijn
geselecteerd .
ON: Zolang de spreektoets TALK (43)
ingedrukt is, worden alle zone-uit-
gangen ingeschakeld .
39 Schakelaar MASTER / SLAVE voor het vast-
leggen van de prioriteit bij het gebruik van
meerdere microfoons PA-4300PTT
SLAVE:
Naar MASTER geschakelde
microfoons hebben voorrang .
MASTER: De microfoon heeft voorrang
op microfoons die naar SLAVE
geschakeld zijn .
40 RJ-45-aansluiting OUTPUT voor aanslui-
ting op de bus PA-4300PTT (35) van de
versterker of op de bus LINK (41) van een
andere PA-4300PTT
41 RJ-45-aansluiting LINK voor aansluiting van
een bijkomende microfoon PA-4300PPT
Maximaal 3 met elkaar verbonden micro-
foons kunnen op de versterker aangeslo-
ten worden .
42 Microfoonkapsel met windscherm
43 Spreektoets TALK; houd de toets inge-
drukt voor een aankondiging en wacht
evt . op het gongsignaal, bij ingedrukte
toets brandt de groene led TALK erboven
De rode led BUSY geeft aan dat via een
andere PA-4300PTT gesproken wordt .
1.3 Commandomicrofoon PA-2400RC
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
44 Jack 24 V⎓ voor de bijkomende voedings-
spanning via een netadapter met een
laagspanningsstekker 5,5 / 2,1 mm (bui-
ten- / binnendiameter); let op de polariteit:
centercontact = ⊕
De bijkomende netadapter is nodig, als de
voedingsspanning via de versterker niet
volstaat [als de led AMP-POWER (55) knip-
pert, bijv . bij aansluiting van meer dan drie
PA-2400RC-microfoons of als het snoer
heel erg lang is] .
45 RJ-45-aansluiting LINK voor aansluiting van
een bijkomende PA-2400RC
46 RJ-45-aansluiting OUTPUT voor de verbin-
ding met de aansluiting PA-2400RC (34)
van de versterker of met de aansluiting
LINK (45) van een andere PA-2400RC
47 DIP-schakelaars voor het busadres en de
leidingafsluiting
Met de schakelaars 1– 5 moet u op alle PA
2400RC-microfoons verschillende adres-
sen instellen, voordat ze aangesloten wor-
den (
☞
hoofdstuk 7 .5 .1) .
Bij de laatste van alle PA-2400RC-micro-
foons in de ketting plaatst u de schakelaar
6 (TERMINATION) in de stand ON om de
afsluitweerstand in te schakelen .
48 DIP-schakelaars
Schakelaar 1 (PRIORITY) – In de stand
ON heeft de PA-2400RC voorrang op de
andere microfoons waarbij deze functie
niet is ingeschakeld, en kan hij de aankon-
digingen ervan onderbreken .
Schakelaar 2 (COMPRESSION) – Met
de schakelaar in de stand ON wordt de
dynamiek van het microfoonsignaal gere-
duceerd om vervormingen bij luid spreken
te verminderen .
Schakelaar 3 (CHIME ON / OFF) – Met
de schakelaar in de stand ON is bij het
indrukken van de toets TALK (52) eerst een
gongsignaal hoorbaar:
gongsignaal van vier tonen bij schakelaar
4 in de stand ON;
gongsignaal van twee tonen bij schakelaar
5 in de stand ON en schakelaar 4 in de
bovenste stand
Schakelaar 6 – Instelling bepaalt met welke
versterker de commandomicrofoon ge-
bruikt wordt:
Stand ON:
PA-6010Z (10 zones)
Bovenste stand: PA-6020Z (20 zones)
49 Regelaar CHIME om het geluidsvolume van
het gongsignaal in te stellen
50 Regelaar MIC om het geluidsvolume van
de aankondiging in te stellen
51 Microfoonkapsel met windscherm
52 Spreektoets TALK; houd de toets inge-
drukt voor een aankondiging en wacht
evt . op het gongsignaal, bij ingedrukte
toets brandt de groene led TALK erboven
53 Toets RECALL om een groep van zones op
te slaan en op te vragen
Om de geselecteerde zones op te slaan,
houdt u de toets ingedrukt tot de led
ON (55) stopt met knipperen .
Om de opgeslagen groep op te vragen,
drukt u kort op de toets . Nadat u opnieuw
op de toets hebt gedrukt, geldt weer de
vorige selectie .
54 Zoneselectietoetsen
Z1– Z10:
zones 1–10 (met PA-6010Z)
Z1– Z 20:
zones 1– 20 (met PA-6020Z)
ALL CALL: alle zones van deze rij toetsen
Na opnieuw indrukken van de
toets ALL CALL geldt weer de
vorige selectie .
55 Status-led's
ON – bedrijfsled;
knippert tijdens het opslaan met de toets
RECALL (53)
BUSY – brandt bij een aankondiging of
knippert bij aankondigingen met hogere
prioriteit
MIC FAULT – geeft uitvallen van de mi-
crofoon aan
AMP POWER – geeft stroomvoorziening
via de versterker aan; knippert bij een te
lage voedingsspanning
SIGNAL – brandt, als er een microfoon- of
gongsignaal beschikbaar is
56 Bedieningstoetsen voor het oproepen van
opgeslagen berichten uit de plug-inmodu-
le PA-1120DMT
De toetsen hebben dezelfde functies als de
overeenkomstige toetsen op de module .
37