De automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
vindt niet plaats.
• De camera werkt met een centraalsluiter (de meeste compact-
camera's). Er hoeft daarbij geen omschakeling naar een flitssyn-
chronisatietijd plaats te vinden.
• De camera werkt met synchronisatie bij korte belichtingstijden
HSS (camerainstelling). Er vindt geen omschakeling naar de flits-
synchronisatietijd plaats.
• De camera werkt met een langere belichtingstijd dan de flitssyn-
chronisatietijd Afhankelijk van de camerafunctie wordt daarbij
niet naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera).
De opname zijn te donker.
• Het onderwerp ligt buiten het bereik van de flits. Let op: bij indi-
rect flitsen vermindert de reikwijdte van de flits.
• Het onderwerp bevat zeer lichte of reflecterende beelddetails.
Daardoor wordt het meetsysteem van de camera, c.q. van de flit-
ser beïnvloed. Stel met de hand een positieve correctie op de flits-
belichting van bijv. +1 EV in.
De opnamen zijn te licht .
• Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u er op letten, dat een
bepaalde minimumafstand moet worden aangehouden om over-
belichting te vermijden.
De diafragmawaarde F zijn op de flitser niet te verstellen.
• Tussen camera en flitser vindt een digitale uitwisseling van gege-
vens laats. Het verstellen van diafragmawaarde is alleen niet
mogelijk.
x
133