WAARSCHUWING
Zorg dat de veiligheidsrem ingesteld is nadat
u het onderstel hebt uitgeklapt als beschreven
onder punt 3.1.
Als adapters voor een babyzitje zijn gebruikt, moeten deze van het onderstel
verwijderd worden.
De kuip van de kinderwagen kan in of tegen de rijrichting gebruikt worden.
Doe beide pinnen van de kuip links en rechts in de steun op het onderstel
totdatze stevig vastzitten (afb. 36; nr. 1) en de indicatie op de vergrendeling
groen is (afb. 36; nr. 2).
WAARSCHUWING
Controleer voor gebruik van de kuip van de kin-
derwagen of beide vergrendelingen groen aan-
geven. Als de indicatie rood is, moet u de ver-
grendeling naar boven trekken tot groen wordt
aangegeven. Controleer of de kuip van de kin-
derwagen goed vastzit door het naar boven te
trekken.
WAARSCHUWING
Laat de flexibele draagriemen niet altijd in de
draagtas zitten. Leg ze naar buiten (afb. 37, nr.
1) en bevestig ze aan de hand van de daarvoor
voorziene drukknopen (afb. 37, nr. 2), zodat het
kind ze niet naar binnen kan trekken.
NL
73
73