Nederlands
De reinigingsmiddelen altijd in de
voorgeschreven dosering gebruiken en
op de betreffende instructies van het
reinigingsmiddel letten.
Het reinigingsmiddel van beneden naar
boven toe aanbrengen en niet laten
opdrogen.
Maximaal effect bij een afstand van 1 m.
Mechanische reiniging
Door extra gebruik van bijv. een
rotorsproeier of een wasborstel kan
sterk vasthechtend vuil beter worden
verwijderd.
186
Apparaat uitschakelen
Schakelaar in stand 0 plaatsen en
N
de waterkraan dichtdraaien
De hendel van het spuitpistool
N
ingeknepen houden totdat het water
alleen nog maar uit de sproeier
druppelt (de druk in het apparaat is
nu afgebouwd)
De hendel loslaten
N
De veiligheidspal indrukken – de
N
hendel wordt vergrendeld,
onbedoeld inschakelen wordt zo
voorkomen
Na het werk
De netsteker uit de contactdoos
N
trekken
De slang bij de waterkraan en op
N
het apparaat loskoppelen
Sproeier uitspoelen
De vergrendeling van de spuitlans
N
en de sproeier met water
uitspoelen, zodat er zich geen
vuilafzettingen kunnen vormen
Netkabel opwikkelen
1
De netkabel oprollen en voor de
N
bevestiging in de houder (1) hangen
RE 98