9
Opslag/overwinteren
Het apparaat staat tegen vorst beschermd:
De werking van het apparaat is mogelijk, indien de minimale watertemperatuur van +4 °C wordt aangehouden.
De dieper gelegen vijferdelen hebben in de winter een watertemperatuur van ca. +4°C en zijn van levensbe-
lang voor vissen. Met de volgende maatregelen wordt de afkoeling van het water bij de circulatie door het fil-
tersysteem gereduceerd:
• Pomp dichter bij het wateroppervlak positioneren zodat alleen koud water uit de hogergelegen vijverdelen
wordt gepompt.
• De retourleidingen van het filtersysteem in de vijver isoleren.
• Het water niet via een beekje naar de vijver laten terugstromen.
Het apparaat is niet tegen vorst beschermd:
Bij watertemperaturen beneden +8 °C of op zijn laatst bij kans op vorst, moet u het apparaat uit bedrijf nemen.
• Maak het apparaat zo goed mogelijk leeg, reinig het grondig en controleer of het beschadigd is.
• Maak alle slangen, buizen en aansluitingen zo goed mogelijk leeg.
• Schuifafsluiter open laten staan.
• Dek de filterhouder zo af, dat er geen regenwater in kan binnendringen.
• Bescherm leidingen en schuifafsluiters die aan water grenzen tegen vorst.
10
Slijtagedelen
• Filtersponzen
• Substraatbuizen
• ScreenMatic-zeef
11
Afvoer van het afgedankte apparaat
O P M E R K I N G
Dit apparaat niet met het huishoudelijk afval afvoeren!
• Apparaat door afknippen van de netvoedingskabel onbruikbar maken en via het daarvoor bedoelde
innamesysteem afvoeren.
- NL -
71