Anleitung CEN 160-1F SPK2
1. Beschrijving toestel (afb. 1)
1. Elektrodehouder
2. Aardklem
3. Instelknop voor lasstroom
4. Omschakelaar 230 V / 400 V
5. Controlelampje voor oververhitting
6. Lasstroomschaal
7. Handgreep
8. Netkabel 400 V
9. Netkabel 230 V
2. Leveringsomvang
Lastoestel
Lasplaatsuitrusting
3. Belangrijke instructies
Lees de handleiding aandachtig door en neem de
hierin gegeven instructies in acht. Maakt u zich aan
de hand van deze handleiding vertrouwd met het
toestel en met het correct gebruik ervan. Schenk
bijzondere aandacht aan de veiligheidsinstructies.
Veiligheidsinstructies
Absoluut in acht te nemen
OPGELET
Gebruik het toestel alleen voor zijn beoogd doel,
zoals dit in deze handleiding wordt beschreven:
handmatig booglassen met mantelelektroden.
Een onvakkundig gebruik van deze installatie kan
gevaarlijk zijn voor personen, dieren en voorwerpen.
De gebruiker van de installatie is verantwoordelijk
voor zijn eigen veiligheid en voor die van andere
personen. Lees daarom in elk geval deze handleiding
en volg de instructies erin op.
Reparaties en/of onderhoudswerkzaamheden
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door ge-
kwalificeerde personen.
Alleen de tot de leveringsomvang behorende
laskabels mogen worden gebruikt (Ø 16 mm
rubberen laskabel).
Zorg voor een gepast onderhoud van het toestel.
Het toestel mag tijdens de werking niet ingesloten
of direct tegen de muur staan, zodat altijd
voldoende lucht door de ventilatiesleuven kan
worden opgenomen. Vergewis u ervan dat het
toestel niet op het net is aangesloten (zie 6.). Ver-
mijd elke treklast op het elektrisch snoer. Trek de
04.05.2006
14:41 Uhr
Seite 15
stekker van het toestel uit voor u het op een
andere plaats opstelt.
Let op de toestand van de laskabels, de elektro-
detang en de aardingsklem; slijtage aan de isolatie
en aan de stroomvoerende onderdelen kan tot een
gevaarlijke situatie leiden en de kwaliteit van het
laswerk verminderen.
Booglassen produceert vonken, gesmolten
metalen deeltjes en rook. Wees dus uiterst voor-
zichtig en verwijder alle brandbare substanties
en/of materialen uit de werkplaats.
Vergewis u ervan dat er voldoende luchttoevoer
aanwezig is.
Las nooit op flessen, vaten of buizen die brand-
bare vloeistoffen of gassen bevat hebben. Vermijd
elk direct contact met de lasstroomkring; de null-
astspanning die tussen de elektrodetang en de
aardingsklem optreedt, kan gevaarlijk zijn.
Bewaar of gebruik het toestel nooit in een vochtige
of natte omgeving of in de regen.
Bescherm uw ogen met daartoe bestemde veilig-
heidsglazen (DIN graad 9-10), die u op de bijgele--
verde laskap bevestigt. Draag handschoenen en
droge beschermende kleding die vrij is van olie en
vet, om de huid niet bloot te stellen aan de ultra-
violette straling van de lichtboog.
Let op!
De lichtstraling van de lichtboog kan de ogen be-
schadigen en verbrandingen op de huid teweeg-
brengen.
Booglassen produceert vonken en druppels ge-
smolten metaal, het gelaste werkstuk begint te
gloeien en blijft relatief lang erg heet.
Bij het booglassen komen dampen vrij die
schadelijk kunnen zijn. Elke elektrische schok kan
dodelijk zijn.
Nader de lichtboog niet direct binnen een cirkel
van 15 m.
Bescherm uzelf (en omstaande personen) tegen
de eventuele gevaarlijke effecten van de lichtboog.
Waarschuwing: afhankelijk van de netaansluitings-
situatie van het lastoestel kunnen binnen het
elektrisch net eventueel andere verbruikers
gestoord worden.
Opgelet!
2
Bij overbelaste leidingnetten en stroomkringen
kunnen tijdens het lassen andere verbruikers
storingen ondervinden. In geval van twijfel moet het
elektriciteitsbedrijf worden geraadpleegd.
Gevarenbronnen bij booglassen
Bij het booglassen bestaan heel wat
NL
15