24 – NL
TTF200 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER VELDMONTAGE | CI/TTF200-X1 REV. C
... 6 Elektrische aansluitingen
... Elektrische gegevens van de in- en uitgangen
Voeding
Tweedraadstechniek, verpolingsbescherming;
voedingsleidingen = signaalleidingen
Aanwijzing
De volgende berekeningen zijn van toepassing voor standaard
toepassingen. Bij een hogere maximale stroom moet hiermee
rekening worden gehouden.
Voedingsspanning
Geen Ex-toepassing:
U
= 11 tot 42 V DC
S
Ex-toepassingen:
U
= 11 tot 30 V DC
S
Max. toelaatbare rimpel van de voedingsspanning
Tijdens de communicatie komt deze overeen met de HART® FSK
"Physical Layer"-specificatie.
Onderspanningsdetectie op de meetomvormer
Als de klemspanning op de meetomvormer een waarde van 10 V
onderschrijdt, zal dit leiden tot een uitgangsstroom van I
3,6 mA.
Max. belasting
R
= (U
− 11 V) / 0,022 A
B
S
A TTF200
B TTF200 in Ex-toepassingen
C HART®-communicatieweerstand (R
Afbeelding 21: Max. belasting afhankelijk van de voedingsspanning
Maximale vermogensopname
•
P = U
× 0,022 A
s
•
Voorbeeld: U
= 24 V P
s
144
)
B
= 0,528 W
max
Spanningsverlies op de signaalleiding
Houd bij de aansluiting van de apparaten op de kabel rekening
met spanningsverlies. De minimale voedingsspanning op de
meetomvormer mag niet worden onderschreden.
A Meetomvormer
Afbeelding 22: HART-belastingweerstand
U
:
Minimale voedingsspanning op de meetomvormer
1min
U
:
Minimale voedingsspanning van de voedingsscheider /
2min
DCS-ingang
R:
Leidingweerstand tussen meetomvormer en
voedingsscheider
R
:
Weerstand (250 Ω) voor HART-functionaliteit
250
≤
a
Standaardtoepassing met 4 tot 20 mA functionaliteit
Bij aaneenschakeling is de volgende voorwaarde van toepassing:
U
≤ U
- 22 mA × R
1min
2min
Standaardtoepassing met HART-functionaliteit
Door het toevoegen van weerstand R
voedingsspanning U verhoogd
U
≤ U
- 22 mA × (R + R
1min
2min
Om gebruik te kunnen maken van de HART-functionaliteit, zijn
voedingsscheiders resp. ingangskaarten van de DCS met HART-
markering noodzakelijk. Als dit niet mogelijk is, dient de
aaneenschakeling te worden voorzien van een weerstand van
≥ 250 Ω (< 1100 Ω).
De signaalleiding kan zonder / met aarding gebruikt worden. Bij
de aarding (minzijde) dient men erop te letten dat slechts één
aansluitzijde met de potentiaalvereffening wordt verbonden.
B Voedingscheider / DCS-ingang
met toevoer, segmentkoppelaar
wordt de minimale
250
:
2min
)
250