6.1.2
Meten van Doppler-druk
Voorbereiding van de patiënt
De drukmetingen steunen op een ballonvul- / klepontluchtingsysteem in combinatie met een slang- en manchethulpstuk
zoals hieronder weergegeven.
Brachiale systolische druk
Plaats de manchet op de bovenarm ongeveer 1-2 cm boven de fossa cubitalis. Verbind de bloeddrukmeter met de
manchet.
NL
Opmerking: Selecteer een geschikte manchetmaat voor het lidmaat van de patiënt. Zorg ervoor dat de
indexmarkering op de manchet binnen de bereikmarkering valt.
•
Blaas de BD-manchet op door de ballon van de bloeddrukmeter samen te drukken totdat het hartslaggeluid
verdwijnt en blaas dan verder met nog 10 – 20 mmHg op.
•
Laat de manchet geleidelijk leeglopen met een snelheid van ongeveer 2 – 3 mmHg/s. Let op de druk die op de
bloeddrukmeter wordt weergegeven zodra het Doppler-signaal te horen is.
•
Voor de beste resultaten houdt u de sonde zo stil mogelijk zodra de optimale positie werd gevonden.
Systolische druk van de enkel
6.2
Fotoplethysmografi e (PPG) modus
Er is een arteriële PPG-sonde beschikbaar voor de systolische druk van de arm, enkel en teen en PPG-golfvormen.
De fotoplethysmografi esonde wordt waar nodig aan de arm, enkel of teen bevestigd, en gebruikt infraroodlicht om een
relatieve meting uit te voeren voor detectie van de terugkerende bloedstroom.
• Palpeer de slagader.
• Breng een ruime hoeveelheid ultrageluidgel aan.
• Plaats de sonde onder een hoek van 45° boven het
bloedvat.
• Beweeg de sonde zijdelings over het ledemaat om het
sterkste audiosignaal te lokaliseren.
•
Plaats een manchet van een geschikte maat
1-3 cm boven de malleolus lateralis.
•
Verbind de bloeddrukmeter met de manchet
•
Herhaal de boven beschreven infl atieprocedure,
alleen controleert u deze keer de gewenste
voetslagader (bijv. de weergegeven tibialis posterior).