De Unit Controleren - Hitachi YUTAKI S COMBI Serie Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para YUTAKI S COMBI Serie:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
INBEDRIJFSTELLING

7.2.1 De unit controleren

Controleer het externe aanzicht van de unit op schade als
gevolg van het transport of de installatie.
Controleer of alle panelen volledig gesloten zijn.
Controleer of de aanbevolen serviceruimte bewaard is (zie
"3.2 Onderhoudsruimte"
dleiding van de buitenunit).
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd en of de vier
voeten correct zijn ingesteld.
7.2.2 Elektriciteitscontrole
!
L E T O P
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1 MΩ door
de weerstand te meten tussen de aarde en de terminal van de
elektrische onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat eventuele
elektrische lekken zijn opgespoord en verholpen. Zet geen spanning
op de klemmen van de transmissie en sensors.
Controleer of de schakelaar van de hoofdvoedingsbron minimaal 12
uur AAN heeft gestaan, zodat de olieverwarmer tijd heeft gehad om
de compressor op te warmen.
Bij een driefase-unit dient u de fasevolgordeaansluiting op de
aansluitklemplaat te controleren.
Controleer de netvoedingspanning (±10% van de nominale spanning).
Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt aangeschaft
(hoofdschakelaars, circuitonderbrekers, kabels, geleidingsaansluitin-
gen en draadklemmen) overeenkomen met de elektrische gegevens
vermeld in dit document. Controleer ook of de onderdelen voldoen
aan de nationale en lokale voorschriften.
Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten nadat u
de hoofdschakelaar hebt uitgeschakeld.
Controleer of de DIP-switches van de binnen- en buitenunit zijn
aangesloten zoals weergegeven in het desbetreffende hoofdstuk.
Controleer of de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunit is
aangesloten zoals wordt afgebeeld in het desbetreffende hoofdstuk.
Controleer of de bedrading goed is aangebracht om problemen met
trillingen, ruis en gebroken bedrading te vermijden.
7.2.3 Het hydraulische circuit (voor verwarming
en warmwaterketel) controleren
Controleer of het circuit goed schoongespoeld en met water
gevuld is en dat u de installatie hebt laten leeglopen. De druk
in het verwarmingscircuit moet 1,8 bar zijn.
7.3 INBEDRIJFSTELLINGSPROCEDURE
Deze procedure geldt onafhankelijk van de opties van de module.
Wanneer de installatie voltooid is en alle nodig instellingen
(DIP-switches op de PCB's en configuratie van besturing van
de unit) zijn uitgevoerd, sluit u de elektrische box en plaatst u
de box zoals weergegeven in de handleiding.
Configureer in de besturing van de unit de opstartwizard.
Laat de unit proefdraaien zoals beschreven in het hoofdstuk
"7.4
Proefdraaien/ontluchten".
Nadat het proefdraaien is voltooid, start u of de volledige
unit of het geselecteerde circuit op door op de OK-knop te
drukken.
266
PMML0338B rev.1 - 03/2016
All manuals and user guides at all-guides.com
en de installatie- en bedieningshan-
De druk in het warmtapwatercircuit van de warmwaterketel
moet lager dan 7 bar zijn.
Controleer of het verwarmingselement van de
warmwaterketel volledig gevuld is.
Controleer het watercircuit op lekkages. Kijk vooral de
aansluitingen van de waterleidingen goed na.
Controleer of het interne watervolume correct is.
Controleer of het interne watervolume van de warmwaterketel
correct is.
Controleer of de kleppen van het hydraulische circuit open zijn.
Controleer of de elektrische verwarming volledig gevuld is
met water door de veiligheidsklep onder druk te zetten.
Controleer of de aanvullende waterpompen (WP2 en/of
WP3) correct aangesloten zijn op het klemmenbord.
!
L E T O P
Het bedienen van het syteem wanneer de kleppen gesloten zijn, leidt
tot schade aan de unit.
Controleer of de luchtaflaatklep open is en of alle lucht uit het
hydraulisch circuit is gelaten. De installateur is verantwoordelijk voor
het volledig aflaten van alle lucht uit de installatie.
Controleer of de waterpomp van het verwarmingscircuit binnen het
bedrijfsbereik werkt en of het waterdebiet boven het minimum ligt. Als
het waterdebiet lager ligt dan 12 liter/minuut (voor units van 2,0/2,5/
3,0 HP 6 liter/minuut), verschijnt een alarmbericht in het scherm.
Houd er rekening mee dat de wateraansluitingen in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften moeten zijn.
De waterkwaliteit moet voldoen aan de Europese richtlijn 98/83 EG.
Wanneer u de elektrische verwarming bedient wanneer deze niet
volledig met water is gevuld, raakt de verwarming beschadigd.
7.2.4 Het koudemiddelcircuit controleren
Controleer of de afsluitkleppen van de gas- en
vloeistofleidingen volledig openstaan.
Controleer of de afmetingen van de leiding en
koudemiddelvulling overeenkomen met de aanbevelingen.
Controleer de binnenkant van de unit op lekkage van
koudemiddel. Als u een lekkage ontdekt, neem dan contact
op met de distributeur.
Controleer de handleiding voor de inbedrijfstellingsprocedure
van de buitenunit.

Eerste opstarting bij lage omgevingstemperaturen
Tijdens de inbedrijfstelling en wanneer de watertemperatuur erg
laag is, is het belangrijk dat het water langzaam wordt opge-
warmd. Een aanvullende, optionele functie kan worden gebruikt
om op te starten bij lage watertemperatuur: Vloerdrogen:
-
De vloerdroogfunctie wordt exclusief gebruikt voor het
drogen van een nieuwe vloerlaag op de vloerverwarming.
Het proces is gebaseerd op EN-1264 deel 4.
-
Wanneer u de vloerdroogfunctie activeert, volgt de
watertemperatuur een vooraf bepaald schema:
1 Het wateringestelde waarde wordt constant op 25°C
gehouden gedurende 3 dagen.
2 Het watertempeatuur wordt op de maximale verwarmingstoe-
voertemperatuur (maar altijd beperkt tot ≤ 55ºC) ingesteld
gedurende 4 dagen.

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido