3
Selecteer de gewenste instelling.
Variable:
Het niveau kan naar wens worden ingesteld met de
toetsen op de afstandsbediening.
0 dB, –40 dB:
Het uitgangsniveau is vastgesteld op het ingestelde
niveau en het volume kan niet langer worden aangepast.
4
Voer de instelling in.
Kies op het zone 2-regelscherm "Zone2 Control" afsluiten "Exit" en druk op de toets ENTER.
Het System Setup Menu verschijnt opnieuw.
Instellen van het Ext. In-subwooferniveau
• Stel de methode in voor de weergave van het analoge ingangssignaal dat is aangesloten op de Ext.In-
subwoofer.
1
Selecteer "Ext.In Subwoofer Level" in het System Setup
Menu.
2
Schakel over naar het scherm voor het instellen van het
Ext.In-subwooferniveau.
3
Kies de gewenste instelling.
Kies naar gelang van de specificaties van de gebruikte speler. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing van de speler.
+15 dB (standaard) aanbevolen. 0, +5, +10 en +15 dB instelbaar.
4
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
230
NEDERLANDS
Instellen van de Auto Surround Mode
De surround modus die voor de laatste drie type inputsignalen, zoals onderstaand weergegeven, werd gebruikt,
worden in het geheugen opgeslagen en het signaal zal, zodra deze een volgende keer wordt ingevoerd,
automatisch in de surround modus afgespeeld worden.
Merk op dat de instelling van de surroundstand ook afzonderlijk wordt opgeslagen voor de verschillende
ingangsbronnen.
q Analoge en PCM 2-kanaalssignalen
w 2-kanaalssignalen van Dolby Digital-, DTS- of ander meerkanaalsformaat
e Meerkanaalssignalen van Dolby Digital-, DTS- of ander meerkanaalsformaat
1
2
3
Instellen van het opscherm-display (OSD)
• Gebruik deze instelling om het opscherm-display (andere informatie dan de menuschermen) in of uit te schakelen.
1
2
3
Kies "Auto Surround Mode" in het systeem-
setupmenu en druk op de toets ENTER.
Selecteer "ON" als u de automatische surroundstand wilt
gebruiken, "OFF" als u hem niet wilt gebruiken.
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.
Kies "On Screen Display" in het systeem-
setupmenu en druk op de toets ENTER.
Kies "ON" of "OFF".
Voer de instelling in.
Het systeeminstelmenu verschijnt opnieuw.