Warme chocolademelk:
1 Plaats het vereiste roerinzetstuk op het apparaat in de melkcontainer.
2 Giet de melk of de plantaardige drank in het bakje.
3 Voeg cacaopoeder of chocolade in kleine stukjes gehakt of geraspt toe aan de
vloeistof. Merk op dat de MAX markering niet overschreden mag worden, zelfs niet na
het toevoegen.
4 Doe het deksel erop.
5 Plaats het melkreservoir op de basis en steek de stekker in het stopcontact.
6 Druk herhaaldelijk op de toets Kies / Start totdat de functie voor warme melk oplicht.
Zolang de LED van de functie knippert, kunt u kiezen tussen de functies.
7 Wanneer de LED van de functie constant brandt, start het apparaat het proces. U kunt
dit voortijdig afbreken door nogmaals op de toets Select / Start te drukken.
8 Het proces eindigt automatisch en er klinkt een pieptoon.
Wij raden u aan maximaal 40 g chocolade toe te voegen aan een hoeveelheid van 350 ml
melk. Volg ook de consumptieaanbeveling op de verpakking van de cacao of chocolade,
indien beschikbaar.
► Raak de verwarmingsplaat niet aan tijdens of direct na gebruik om brandwonden te
voorkomen.
► Het melkreservoir mag slechts tot de MAX-markering worden gevuld.
► Verhit nooit minder vloeistof dan de MIN markering (100 ml).
► Het apparaat mag niet zonder roerinzetstuk worden gebruikt, omdat anders de inhoud
kan verbranden.
► Gebruik alleen melk of plantaardige dranken, zoals sojadrank. Let op: niet alle
plantendranken zijn geschikt om op te schuimen.
► De consistentie van het melkschuim varieert naargelang van de temperatuur, het soort
melk of het vetgehalte.
► Probeer verschillende soorten melk en temperaturen om het beste resultaat voor u te
vinden.
► Controleer voor gebruik of er geen vuil aan de onderkant van het melkreservoir of op de
verwarmingsplaat zit.
► Het melkreservoir moet na elk gebruik worden schoongemaakt en gedroogd.
68 Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
WAARSCHUWING
TIP
89